Inleiding

Met deze blog willen we verder ingaan op het artikel verschenen in Le Monde Diplomatique door Syed Saleem Shahzad: “Deux stratégies islamistes qui s’opposent. Al-Qaida contre les talibans". Hij geeft een aantal elementen aan dat er tussen de verschillende soennitische politieke (islamistische) bewegingen een breuk begint te ontstaan. Namelijk tussen de nationalistische islamisten (de Taliban en de verscheidene verzetsgroeperingen in Irak) en Al-Qaeda. De nationalistische bewegingen willen immers eerst en vooral een Afghanistan en een Irak dat niet bezet wordt door Westerse mogendheden. Al-Qaeda bestaat dan vooral uit verschillende Arabische strijders die het Takfirisme aanhangen. Die zien dan vooral de niet-praktiserende moslims (zoals o.a. de Pakistaanse overheid) en de Sjiieten als de eerste vijand van een puur Islamitische staat. De eerste omdat zij de Vijand (het Westen) helpen in hun strijd tegen een Islamitische staat, de tweede groep omdat zij een afvallige visie van de Islam aanhangen. De Taliban (en de verzetsbewegingen in Irak) vinden echter dat door de talloze zelfmoordaanslagen, het sektarische geweld (tegen de Sjiieten en andere niet-Soennitische Arabieren) en de strijd tegen de Pakistaanse overheid Al-Qaeda de strijd tegen de Westerse mogendheden uit het oog veliest en hun droom van een vrij Afghanistan (en Irak) in het gedrang brengt. We zullen door het analyseren van de verscheidene literatuur- en mediabronnen proberen te achterhalen of we deze stelling kunnen bijtreden of juist zullen ontkrachten.

Het bewuste artikel is terug te vinden op dit adres: http://www.monde-diplomatique.fr/2007/07/SHAHZAD/14902.

De geografische spreiding van de twee belangrijkste islamstromingen.

De geografische spreiding van de twee belangrijkste islamstromingen.

dinsdag 25 december 2007

Het spookbeeld Al-Qaida

Het beeldmateriaal ( The power of nightmares) is te vinden via deze link: http://video.google.com/videoplay?docid=2081592330319789254


In het derde deel van de BBC-documentaire ‘The Power of Nightmares, the Rise of the Politics of Fear. The Shadows in the Cave.” wordt op soms ludieke wijze weergegeven dat Al-Qaida slechts een mythe is, een verzinsel van de Verenigde Staten dat paste in haar uitverkoren rol om de wereld voor te tonen hoe het moet. Het begon allemaal toen de VS in 2001, nog voor 11 september, Bin Laden wou berechten zonner dat hij aanwezig was (voor mogelijke medeplichtigheid bij de aanslagen in Oost-Afrika in '98) op Amerikaans grondgebied. Volgens de wet kon dit echter enkel als de afwezige beschuldigde deel uitmaakt van een organisatie. De VS baseerde zich op de getuigenissen van Jamal Al Fadel, ex-vennoot van Bin Laden. Dankzij hem kreeg Amerika precies waar het om had gevraagd: het beeld van een strak georganiseerde hiërarchische terroristische organisatie met Bin Laden aan het hoofd ervan, genaamd “Al-Qaida”. Zelfs de rechters geloofden dat de man overdreef en Amerika gewoon vertelde wat het wilde horen, in ruil natuurlijk, voor pakken dollars en de berechting van Bin Laden (Al Fadel sloeg op de vlucht voor hem nadat hij hem had bestolen). De aanslagen van 11 september werden in werkelijkheid gepleegd door een klein groepje islamisten dat logistieke steun had gekregen van Bin Laden, maar Amerika greep gretig terug naar het vervormde beeld dat Al Fadel had geconstrueerd als uitleg voor het gedane onrecht en als legitimatie voor wraakacties in Afghanistan en later in Irak, het is namelijk steeds Amerika’s missie geweest “om een episch gevecht te strijden tegen de forces of evil overal ter wereld”.

Dit idee past mooi in het plaatje dat Blackburn gaf in “The Imperial Presidency, the War on Terrorism, and the Revolution of Modernity”, besproken in de les. Amerika is geobsedeerd door “national messianism” en is naar eigen zeggen hét voorbeeld voor andere culturen. “We do it this way, so should you”, zegt Bush zelfzeker. Ook in de strijd tegen de Sovjet-Unie creëerde de VS het beeld van een sterke en kwaadaardige vijand die moest worden verslagen om de wereld te redden, met uiteraard de VS zelf als leidende macht in de strijd (In werkelijkheid was de Sovjet-Unie verdeeld en sterk verzwakt). “Bij gebrek aan een totale oorlog” zoals Blackburn het omschrijft (2002, pp.8), had de VS een nieuwe vijand nodig en Amerika zou de protagonist worden in de bestrijding ervan. Daarom creëerde het, net zoals ten tijde van de Koude Oorlog, een simplistisch beeld gebaseerd op de tegenpolen “good and evil”, deze keer gericht op “terror”, waarbij het kwade geïncarneerd wordt door Al-Qaida met Osama Bin Laden als leider. Bush deed er nog een schepje bovenop met zijn statement “Either you are with us or you are with the terrorists” (Blackburn, 2002, pp. 9).

Het gecreëerde spookbeeld laat de Amerikaanse president niet enkel toe zijn buitenlandse bemoeienis in het Midden-Oosten te verantwoorden maar bovendien krijgt hij dankzij dit eenvoudige zwart-witbeeld de hele Amerikaanse bevolking mee. Ondanks alle kritiek in Europa en elders in de wereld op het beleid van Bush, vooral dan de inval in Irak, werd de republikein herkozen en kon hij ongestoord zijn imperialistische plannen voortzetten.

Het beeld dat Amerika creëerde van Al-Qaida en haar strijd tegen terrorisme is gebaseerd op één grote leugen. De VS kreeg medewerking van de Afghaanse Northern Alliance in haar strijd tegen de Taliban (daar de Taliban een politieke concurrent was). Deze organisatie kreeg imposante hoeveelheden geld toegestopt voor uitgeleverde Talibanleden. Mogelijks heeft de alliantie verschillende onschuldige mannen uitgeleverd, enkel en alleen om het beloofde geld op te strijken. Net zoals Al Fatel hielp de Northern Alliance het overdreven en verwrongen beeld van machtige terreurnetwerken versterken.

Maar even terug naar de vergelijking Al-Qaida-Taliban. Met deze boodschap wou ik eigenlijk hoofdzakelijk aantonen dat het pure logica is dat er wrijvingen zijn tussen beide groepen. Hoewel Lawrence Wright (schrijver van het boek The Looming Tower: Al Qaeda and the Road to 9/11)niet ontkent dat er een organisatie is, benadrukt hij wel dat Al-Qaida verre van een eenheid is. Het is in plaats van een strak gestructureerde organisatie een verzameling van losse groepjes, gekenmerkt door fragmentatie, die wordt samen gehouden via internet. Hij ziet dit als een evolutie van de organisatie ten tijde van de oorlog tegen de Sovjet-Unie naar de huidige realiteit. Toen was Al-Qaida wel nog één geheel, maar de organisatie zou zich, genoodzaakt door de huidige context, geleidelijk aan omgevormd hebben tot kleine groepjes van gevechtsstrijders die elkaar via internet contacteren. Een andere visie, maar beiden hebben wel gemeen dat Al-Qaida geen strak georganiseerd en hiërarchisch geheel is. In dit opzicht is het dus niet meer dan normaal dat er strubbelingen en gewelddadige confrontaties ontstaan tussen Al-Qaida en Taliban (en tussen verschillende andere jihadbewegingen). Al-Qaida mag dan al één basisideologie hebben, elk fragmentje van de “organisatie”, elke strijder, houdt er zijn eigen interpretatie op na. Zo is het zelfs waarschijnlijk dat er binnen Al-Qaida zelf confrontaties zijn. Al-Qaida in Afghanistan is Al-Qaida in Irak niet. Zelfs binnen Afghanistan zelf zullen er verschillende fragmenten van Al-Qaida zijn met verschillende interpretaties. Dergelijke fragmentatie brengt onvermijdelijk wrijvingen met zich. In alle teksten die ik las en in het beeldmateriaal dat ik bekeek werd benadrukt dat er slechts losse banden bestaan tusen de leden (voor wie gelooft in het bestaan van één organisatie) en dat die er bovendien naast de basisideologie elk een verschillende ideologie op nahouden, vaak door verschillende interpretatie.
Dit is een niet te onderschatten fenomeen dat grote gevolgen kan hebben. Kijk maar naar de Duitse filosoof Hegel met zijn “Volksgeist”, die de nadruk legde op wat de verschillende volkeren op huidig Duits grondgebied met elkaar gemeen hadden, ontstaan uit het verlangen van de Duitse natie een echte Duitse staat te vormen. Het Nazisme, een eeuw later, was een extreme interpretatie van deze Volksgeist waarbij op vijandige manier de nadruk werd gelegd op “de ander, die niet zoals ons is en moet worden uitgeroeid”. Hegel zou zich hoogstwaarschijnlijk omdraaien in zijn graf mocht hij weten dat het uitmoorden van 6 miljoen joden werd gerechtvaardigd met de woorden die hij ooit had geschreven. Een voorbeeld uit Europa en uit de vorige eeuw, maar het toont wel aan hoe cruciaal interpretatie is.

Naar mijn mening is de verdeeldheid tussen Al-Qaida en de Taliban geen nieuw fenomeen. Er zijn altijd al onderlinge wrijvingen geweest tussen de verschillende jihadgroeperingen, dit is enkel logisch gezien de enorme variëteit ervan (de Islamitische Beweging van Oezbekistan, Het Islamitisch Leger in Irak, om er maar enkele op te noemen naast Al-Qaida en de Taliban). Dit is vaak niet duidelijk voor ons “westerlingen” omdat we zo vaak via de media met het simplistische beeld geconfronteerd worden dat terreur geïncarneerd wordt door Al-Qaida en, in de tweede plaats, door de Taliban.

Uit de lezing van Lawrence Wright en het artikel “Who’s responsible for the Taliban?” komt verder ook een verschil naar voren tussen beide groeperingen in structuur. Terwijl volgens Wright Al-Qaida, zoals eerder vernoemd, een gestructureerd geheel was in de strijd tegen de Sovjet-Unie zou het zich nu hebben aangepast aan de huidige tijden en bewust uiteengevallen zijn in kleine gedecentraliseerde groepjes van strijders, zonder duidelijke hiërarchische structuur. Bij de Taliban zou het omgekeerd zijn gelopen. Zij waren oorspronkelijk een onsamenhangend en los geheel van verzetshaarden, dat steeds sterker en gestructureerder werd naarmate de Sovjet-Unie verjaagd werd uit Afghanistan om dan daarna aan de macht te komen.

door Tineke Schatteman


Bronnen:

Basistekst: Shahzad, S.S. (2007, juli). Deux stratégies islamistes qui s’opposent. Al-Qaida contre les talibans. Le Monde Diplomatique. Geraadpleegd op http://www.monde-diplomatique.fr/2007/07/SHAHZAD/14902

Basisbeeldmateriaal : BBC. (2004). The power of nightmares. The rise of the politics of fear. Part 3: The shadows in the cave. Geraadpleegd op 20 december op http://video.google.com/videoplay?docid=2081592330319789254

Andere bronnen:

Blackburn, R. (2002). The imperial presidency, the war on terrorism, and the revolution of modernity. Constellations, 9 (1), 4-33.

Rubin, M. (2002, maart). Who is responsible for the Taliban?. Meria. Middle East review of International Affairs, 6 (1). Geraadpleegd op 5 december op http://meria.idc.ac.il/journal/2002/issue1/jv6n1a1.html

Wright, L. (2007, 25 april). Al Qaeda: past, present and future. Lezing te Princeton University, New Jersey. Geraadpleegd op 25 november op http://www.youtube.com/watch?v=rRppZ_rco-s

1 opmerking:

Politieke Islam en Jihad zei

Naar aanleiding van wat Tinneke schreef, over de constructie van het al-Qaeda fenomeen, vermeld ik graag nog deze interessante link.
Het is een filmpje dat het idee verdedigt dat de term al Qaeda door de Amerikanen werd geconstrueerd..enz.

http://video.google.nl/videoplay?docid=-6279167299792391275&q=al+qaeda+docu&total=164&start=0&num=10&so=0&type=search&plindex=2