Inleiding

Met deze blog willen we verder ingaan op het artikel verschenen in Le Monde Diplomatique door Syed Saleem Shahzad: “Deux stratégies islamistes qui s’opposent. Al-Qaida contre les talibans". Hij geeft een aantal elementen aan dat er tussen de verschillende soennitische politieke (islamistische) bewegingen een breuk begint te ontstaan. Namelijk tussen de nationalistische islamisten (de Taliban en de verscheidene verzetsgroeperingen in Irak) en Al-Qaeda. De nationalistische bewegingen willen immers eerst en vooral een Afghanistan en een Irak dat niet bezet wordt door Westerse mogendheden. Al-Qaeda bestaat dan vooral uit verschillende Arabische strijders die het Takfirisme aanhangen. Die zien dan vooral de niet-praktiserende moslims (zoals o.a. de Pakistaanse overheid) en de Sjiieten als de eerste vijand van een puur Islamitische staat. De eerste omdat zij de Vijand (het Westen) helpen in hun strijd tegen een Islamitische staat, de tweede groep omdat zij een afvallige visie van de Islam aanhangen. De Taliban (en de verzetsbewegingen in Irak) vinden echter dat door de talloze zelfmoordaanslagen, het sektarische geweld (tegen de Sjiieten en andere niet-Soennitische Arabieren) en de strijd tegen de Pakistaanse overheid Al-Qaeda de strijd tegen de Westerse mogendheden uit het oog veliest en hun droom van een vrij Afghanistan (en Irak) in het gedrang brengt. We zullen door het analyseren van de verscheidene literatuur- en mediabronnen proberen te achterhalen of we deze stelling kunnen bijtreden of juist zullen ontkrachten.

Het bewuste artikel is terug te vinden op dit adres: http://www.monde-diplomatique.fr/2007/07/SHAHZAD/14902.

De geografische spreiding van de twee belangrijkste islamstromingen.

De geografische spreiding van de twee belangrijkste islamstromingen.

maandag 31 december 2007

De bestorming van de Lal Masjid (Rode Moskee) in Islamabad

In dit bericht zal ik een incident bespreken dat dit jaar in juni heeft plaats gevonden, namelijk de bezetting van de Lal Masjid of de Rode Moskee in Islamabad en de daaropvolgende strijd tussen de troepen van president Musharraf en Pakistaanse jihadi’s. Hoewel er geen sprake is van expliciete samenwerking tussen Taliban en al-Qaeda in dit conflict ondersteunden beiden wel de militanten die de Lal Masjid bezet hebben en wordt er vermoed dat er zich onder de strijders ook leden van Taliban en al-Qaeda bevonden.

De Lal Masjid werd opgericht in het begin van de jaren tachtig door de spirituele leider Maulana Muhammad Abdullah die bekend werd voor zijn ceremonies waarin hij moslims opriep tot de jihad in de strijd tegen de Russische troepen in Afghanistan. Sinds deze periode hebben de leiders van de Lal Masjid steeds hun banden onderhouden met de Taliban en met al-Qaeda. De doctrine die door de Lal Masjid verkondigd wordt is die van de Ijtihad, onderdeel van de Deobandi leer. Het volgen van de Ijtihad komt neer op het streven naar de toepassing van het islamitisch recht is de moderne wereld. De Deobandi leer is een tak van de Islam waarvan de meeste strijders van de Taliban afstammen. In de Lal Masjid is eveneens een Madrassah of religieuze school gevestigd waarin deze Deobandi leer aan kinderen onderwezen wordt. Veel van de studenten die hier onderwijs genieten worden omgevormd tot religieuze militanten, waarvan een groot aantal gerekruteerd wordt door de Taliban, maar ook door al-Qaeda en andere terreurbewegingen. Na de moordaanslag op Maulana Abdullah werd het leiderschap van de Lal Masjid overgedragen op zijn twee zoons, Maulana Abdul Aziz en Abdul Rashid Ghazi, die verantwoordelijk zijn voor de bezetting van de Rode Moskee in de zomer van dit jaar. Ghazi werd door verschillende westerse bronnen gezien als het nieuwe gezicht van al-Qaeda in de regio. Hij werd vermoord tijdens de gevechten in en rond de Lal Masjid, net zoals zijn oudere broer Aziz.

De beslissing van president Musharraf om de Rode Moskee in te nemen was bedoeld om een einde te brengen aan de maandenlange durende crisis tussen het regime van Musharraf en dit radicale religieuze instituut dat verantwoordelijk werd gesteld voor tal van aanslagen op het Pakistaanse leger. Het zou tevens het begin zijn van nieuwe, hardere aanpak van de groeiende invloed van de Taliban en al-Qaeda in Pakistan. De totale eliminatie van alle extremistische elementen in de regio (het ging hier over de North Western Frontier Province of NWFP, in Pakistan), luidde het. Musharraf was zich er echter maar al te goed van bewust dat het bestormen van de Rode Moskee ook een averechts effect zou kunnen hebben. In de Rode Moskee bevonden er zich immers een groot aantal gegijzelden, de meeste onder hen vrouwen en kinderen. Hij vreesde dan ook terecht dat een verkeerde aanpak van het probleem, met de dood van de gegijzelde kinderen en vrouwen mogelijk als gevolg, een voedingsbodem zou kunnen vormen voor nieuwe moslimextremisten en zo een ontketening van terroristisch geweld in heel Pakistan tot gevolg zou kunnen hebben.
De onderhandelingen met de moslimmilitanten in de Lal Masjid werden gestart op 3 juni dit jaar, maar deze onderhandelingen liepen steeds spaak, naar verluidt onder invloed van de aanwezigheid van een achttiental buitenlandse islamistische strijders, die volgens de Pakistaanse overheid tot al-Qaeda behoorden. Na zeven dagen vruchteloos onderhandeld te hebben besloot president Musharraf op 10 juni dan toch, onder druk van vooral de Verenigde Staten en China, het bevel te geven aan zijn manschappen om de Rode Moskee te bestormen. De gevechten duurden naar schatting 48 uur en deze massale openlijke manifestatie van dodelijk geweld in de hoofdstad van Pakistan liet vele toeschouwers geschokt achter. Het resultaat van deze operatie ‘Silence’: meer dan honderd dodelijke slachtoffers waaronder een groot aantal Pakistaanse soldaten, maar eveneens een groot aantal kinderen, de meeste van hen niet ouder dan zestien jaar.
Musharraf’s vrees werd bewerkstelligd. Amper een paar uur na het einde van de gevechten werd er door Ayman al-Zawahiri, de belangrijkste figuur van al-Qaeda na Osama Ben Laden, al een oproep gedaan aan alle Pakistanen om in opstand te komen tegen het regime van Musharraf en zich aan te sluiten bij de jihad … “to wash away the crime of the attack on the Red Mosque in repentance and blood”. Het duurde dan ook niet lang voor de eerste zelfmoordaanslagen volgden. Tussen 12 en 15 juli werden er minstens vijf zelfmoordaanslagen geregistreerd en er vielen minimum 58 dodelijke slachtoffers in de twaalf dagen na de crisis rond de Rode Moskee. De komende weken zou het aantal zelfmoordaanslagen steeds verder toenemen als gevolg van het intensifiëren van de haat die Musharraf heeft veroorzaakt door het bestormen van de Rode Moskee. In verschillende delen van de NWFP kwamen radicale terroristische groeperingen samen, waaronder ook de Taliban van aan weerszijde van de Pakistaans-Afghaanse grens en leden van al-Qaeda, om de moord op hun religieuze klerk Ghazi en de islamitische studenten te wreken.
De reacties kwamen echter niet van radicale islamistische groeperingen alleen. Verschillende andere religieuze groeperingen en politieke partijen veroordeelden het geweld. Zo riep de vereniging Wifaq-ul-Madaris Al-Arabia, het collectieve platform van de 8199 geregistreerde Deobandi scholen in Pakistan, op tot een nationale verzetsactie tegen het regime van Musharraf. Qazi Hussain Ahmad, de opperste leider van de Muttahida Majlis-e-Amal (MMA), een alliantie van alle religieuze politieke partijen en een zeer invloedrijke partij in Pakistan, gaf zijn ontslag uit het nationale parlement als gevolg van de beslissing van Musharraf om de Rode Moskee binnen te vallen.

Hetgeen voor dit discours van belang is, is dat er wel degelijk nog sprake is van samenwerking tussen al-Qaeda en de Taliban. Hoewel er vaak twisten ontstaan tussen de leiders van de beide groeperingen, zullen zij elkaar steeds weten te vinden als het erop aankomt een gemeenschappelijke vijand, zoals president Musharraf, te lijf te gaan.

Door Arne Daniëls


Bronnen:

Acharya, A. en Iqbal, K. (2007), “Extremism in Pakistan : Time for decisive action”, Rajaratnam School of International Studies (RSIS).
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.ntu.edu.sg/RSIS/publications/Perspective/RSIS0762007.pdf

Burstin, A. (2007), “Now that the Red Moque has been taken, what does the future hold for Pakistan?”, Strategic Asia Online.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.esisc.eu/documents/pdf/en/the-red-mosque-crisis-296.pdf

Curtis, L. (2007), “Bolstering Pakistan in its Fight Against Extremism”, The Heritage Foundation.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.heritage.org/Research/NationalSecurity/upload/wm_1554.pdf

Maitra, R. (2007), “Pakistan in the Shadow of the Lal Masjid Raid”, Executive Intelligence Review.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:http://www.larouchepub.com/eiw/public/2007/2007_30-39/2007_30-39/2007-30/pdf/16-18_729.pdf

Geen opmerkingen: