Inleiding

Met deze blog willen we verder ingaan op het artikel verschenen in Le Monde Diplomatique door Syed Saleem Shahzad: “Deux stratégies islamistes qui s’opposent. Al-Qaida contre les talibans". Hij geeft een aantal elementen aan dat er tussen de verschillende soennitische politieke (islamistische) bewegingen een breuk begint te ontstaan. Namelijk tussen de nationalistische islamisten (de Taliban en de verscheidene verzetsgroeperingen in Irak) en Al-Qaeda. De nationalistische bewegingen willen immers eerst en vooral een Afghanistan en een Irak dat niet bezet wordt door Westerse mogendheden. Al-Qaeda bestaat dan vooral uit verschillende Arabische strijders die het Takfirisme aanhangen. Die zien dan vooral de niet-praktiserende moslims (zoals o.a. de Pakistaanse overheid) en de Sjiieten als de eerste vijand van een puur Islamitische staat. De eerste omdat zij de Vijand (het Westen) helpen in hun strijd tegen een Islamitische staat, de tweede groep omdat zij een afvallige visie van de Islam aanhangen. De Taliban (en de verzetsbewegingen in Irak) vinden echter dat door de talloze zelfmoordaanslagen, het sektarische geweld (tegen de Sjiieten en andere niet-Soennitische Arabieren) en de strijd tegen de Pakistaanse overheid Al-Qaeda de strijd tegen de Westerse mogendheden uit het oog veliest en hun droom van een vrij Afghanistan (en Irak) in het gedrang brengt. We zullen door het analyseren van de verscheidene literatuur- en mediabronnen proberen te achterhalen of we deze stelling kunnen bijtreden of juist zullen ontkrachten.

Het bewuste artikel is terug te vinden op dit adres: http://www.monde-diplomatique.fr/2007/07/SHAHZAD/14902.

De geografische spreiding van de twee belangrijkste islamstromingen.

De geografische spreiding van de twee belangrijkste islamstromingen.

maandag 31 december 2007

Inside Al Qaeda

In deze bijdrage worden 2 videofragmenten besproken die elk een aspect van Al Qaeda belichten. Het eerste fragment bekijkt de rol van de tribale grensregio in Pakistan als safe haven voor Al Qaeda-strijders en in het tweede fragment wordt er aandacht besteed aan de ideologie achter de beweging Al Qaeda.

Inside Al Qaeda

http://www.youtube.com/watch?v=zUUUS_wRKLo

Het onherbergzame gebied aan de grens van Pakistan met Afghanistan is een regio waar zich, volgens velen, het kloppend hart van extremistische Islamitische groeperingen bevindt. In een korte documentaire van National Geographic gaat men in op de rol die deze regio speelt in de wereldwijde Jihad die Al Qaeda voorop stelt. Er wordt gesteld dat er zich in deze regio meerdere trainingskampen bevinden van Al Qaeda. Trainingskampen die zijn opgericht onder leiding van Ossama Bin Laden en Al Zawahiri. Volgens een Pakistaanse militaire officier kunnen leden van Al Qaeda echter onmogelijk Pakistan illegaal binnendringen. Amerikaanse officials spreken dit tegen. Volgens hen is het zeer goed mogelijk om de grens met Pakistan over te steken zonder opgemerkt te worden door Pakistaanse autoriteiten. Van Amerikaanse zijde is men er van overtuigd dat dit gebied een safe haven is voor Bin Laden en andere leidinggevende figuren binnen Al Qaeda.

Extremistische Islamitische groeperingen in de regio als de Jamaat Ulama-e Islam zien het bovendien als een verplichting om de strijders van Al Qaeda te ontvangen. Het is volgens hen hun plicht als moslim om hun vrienden te beschermen tegen de vijand. Deze tribale grensregio zou ook een belangrijke rol spelen bij de bewapening van Al Qaeda. In de documentaire zien we hoe men tewerk gaat in een kleine wapenfabriek waarbij men Amerikaanse wapens kopieert. Men gelooft dat deze wapens terecht komen in de handen van Al Qaeda waar ze gebruikt worden om Amerikaanse doelwitten aan te vallen over de grens.

Het lijkt er, als we ons baseren op deze korte documentaire, dus op dat Al Qaeda wel degelijk opereert vanuit de tribale grensstreek tussen Pakistan en Afghanistan. In deze documentaire wordt geen gewag gemaakt van strijd tussen de stammen en buitenlandse Al Qaeda strijders alhoewel in andere documentaires wel sprake was van dergelijke conflicten (zie hiervoor reeds gepubliceerde videofragmenten op deze blog). Hoe dan ook, het lijkt er wel op dat de tribale regio in Pakistan nog steeds strijders van Al Qaeda herbergt. Het feit dat de Pakistaanse Taliban daar de plak zwaait lijkt er op te wijzen dat de aanwezigheid van onder meer Al Qaeda-trainingskampen getolereerd wordt door de Taliban.

Jihad- The men and ideas behind Al Qaeda

http://www.youtube.com/watch?v=1TDh78tQJTE

Dat er wel ideologische verschilpunten zijn tussen Al Qaeda en de Taliban toont een andere documentaire enigszins aan. In het laatste deel van deze documentaire wordt ingegaan op de denkbeelden die schuilgaan achter Al Qaeda. Het centrale idee lijkt takfirisme te zijn, iets waar op deze blog al eerder is ingegaan. Het is niet altijd even duidelijk wat dit schimmige begrip juist inhoudt maar de voornaamste gedachte is dat er een tweedeling is tussen de echte gelovigen en de niet-praktiserende gelovigen of ongelovigen. Diegene die het takfirisme aanhangen menen het recht in eigen handen te mogen nemen om de ongelovigen op het rechte pad te brengen of zelfs in koelen bloede te mogen vermoorden. Deze zienswijze werd bij het ontstaan van Al Qaeda gepredikt door figuren als Al Zawahiri en opgepikt door onder meer Osama Bin Laden.

Alhoewel takfirisme ook reeds in bepaalde Taliban-kringen is binnengedrongen lijkt dit toch nog steeds een begrip dat vooral binnen de denkwijze van Al Qaeda prominent aanwezig is. Vanuit dit begrip wordt de wereldwijde Jihad tegen alle ongelovigen verantwoord door Al Qaeda. In vorige bijdragen op deze blog is het al aangehaald: het voornaamste objectief van de Taliban lijkt daarentegen de terugtrekking van de Amerikaanse en NAVO-troepen te zijn uit Afghanistan en terug een Islamitische regering installeren in Kaboel. Een Jihad tegen alle ongelovige moslims lijkt minder hoog op hun agenda te staan. Het verschil in doelen tussen Al Qaeda en de Taliban lijkt de rode draad te worden bij de bijdragen op deze blog. Ondanks de verschillende objectieven van beide bewegingen kunnen we vooralsnog echter niet spreken van een openlijk conflict tussen beide Islamitische bewegingen. Wanneer er conflicten gemeld worden zoals deze in Waziristan lijkt het vooral te gaan om plaatselijke stammenleiders die geen genoegen nemen met de brutale werkwijze van buitenlandse militanten die in de streek verblijven. Zolang een samenwerking hun doelen heiligt zullen zowel Al Qaeda als de Taliban waarschijnlijk eerder geneigd zijn om samen te werken in hun strijd dan elkaar tegen te werken.

Tot slot wil ik wel nog eens benadrukken dat de bevindingen die ik hier heb geponeerd niet moeten beschouwd worden als vaststaande waarheden of feiten. Integendeel, de stellingen die hier geponeerd worden staan steeds open voor discussie.


door Sam Apers

Neo-Taliban en Al Qaeda: de banden verstevigd?

Eén van de centrale vragen die we op deze blog trachten te behandelen is of er sprake is van een conflict tussen de Taliban en Al Qaeda. Volgens sommigen zoals Shahzad is er wel degelijk sprake van een tweespalt tussen deze twee extreem Islamitische groeperingen. In wat volgt zal aan de hand van een aantal bijdragen die verschenen op de site The Long War Journal onderzocht worden of er feiten zijn die de stelling van Shahzad ondersteunen of tegenspreken.

In oktober 2007 verscheen er een ‘artikel’ op de site The Long War Journal waarin Bill Roggio rapporteerde over de jacht die zowel de VS als de Afghaanse regeringstroepen maakten op Siraj Haqqani, de zoon van de invloedrijke Taliban-leider en voormalige minister van Defensie, Jalaluddin Haqqani. Siraj Haqqani werd verondersteld een van de meest belangrijke leiders te zijn van de opstandelingen in Oost-Afghanistan. Hij zou de leidende rol op zich nemen in de strijd voor een Islamitische Republiek in Afghanistan.

Siraj Haqqani wordt beschouwd als één van de gevaarlijkste opstandelingenleiders in Afghanistan niet alleen omwille van zijn banden met de Afghaanse Taliban maar ook omwille van zijn connecties met centrale leiders binnen Al Qaeda. Volgens Luitenant-Kolonel Dave Anders van de strijdmacht CJTF-82 (Combined Joint Task Force-82), die de militaire operaties coördineert in het oosten van Afghanistan, maakt Siraj Haqqani deel uit van een jongere generatie Taliban-leiders die op een meer agressieve manier te werk gaan en die oudere Taliban-leiders opzij schuiven. Volgens Anders is het Haqqani-netwerk momenteel in handen van Siraj en wordt dit netwerk steeds gewelddadiger. Volgens enkelen zou hij zelfs een rivaal zijn van Mullah Omar voor het leiderschap van de Taliban-beweging.

De groeiende macht van Haqqani zou er ook voor zorgen dat meer buitenlandse strijders uit Oezbekistan, Turkije en andere landen uit het Midden-Oosten naar Afghanistan trekken om Haqqani bij te staan in zijn strijd. Volgens Majoor Chris Belchner, woordvoerder van CJTF-82, illustreert dit de groeiende trend van internationalisering van de Afghaanse jihad. Er zou ook meer en meer gebruik gemaakt worden van brutale methodes zoals zelfmoordaanslagen, iets wat vroeger minder het geval was.

Deze trend tot meer brutale strijdmiddelen wordt bevestigd door een ander artikel waarbij melding wordt gemaakt van een stijgend aantal zelfmoordaanslagen in Pakistan door zowel leden van Al Qaeda als de Taliban. Deze aanslagen zijn vooral gericht op plaatsen waar nucleair materiaal wordt opgeslagen. Zo zijn er al verschillende aanslagen gepleegd op de basis van de luchtmacht in Sargodha waarvan er verondersteld wordt dat er nucleair capabele F-16 gevechtsvliegtuigen opgesteld staan. Deze aanslagen waren vooral gericht op officieren en nieuwe rekruten van het Pakistaanse leger. Het doel van deze aanslagen van Al Qaeda en de Taliban kan tweeledig zijn: enerzijds wil men officieren en hun verwanten die de Islamisten niet steunen intimideren en anderzijds zou men de militaire capaciteit van Pakistan om nucleaire opslagplaatsen te verdedigen schade kunnen toebrengen. Ondertussen maakt men zich in het Westen (lees: vooral de VS) ernstig zorgen over deze ontwikkelingen. De vrees dat de Taliban of Al Qaeda toegang zou kunnen krijgen tot nucleair materiaal wordt steeds groter.

Deze twee voorgaande artikels (in feite zijn het eerder blogs op de website van Bill Roggio) zouden kunnen aantonen dat er momenteel weinig sprake is van een tweespalt tussen Al Qaeda en de Taliban. Er zou immers een nieuwe generatie Taliban-strijders op het voorplan treden die maar wat graag samenwerken met Al Qaeda en hun methodes gaan overnemen. Het is immers opvallend hoe Roggio het steeds heeft over Al Qaeda én de Taliban wanneer hij het over de aanslagen op de nucleaire sites in Pakistan heeft. Hiernaast is er ook de blijkbaar stijgende invloed van jonge leiders als Siraj Haqqani die meer macht verwerven binnen de Taliban en die de banden met Al Qaeda meer en meer aanhalen.

Men kan hier echter enkele kanttekeningen bij plaatsen. Eerst en vooral zijn de twee bijdragen die hier besproken zijn van de hand van één en dezelfde man, Bill Roggio. Deze man is Amerikaan en heeft zelf nog dienst gedaan in het Amerikaanse leger. Zijn verslaggeving zou dus wel enigszins gekleurd kunnen zijn. In de VS heeft men soms de neiging om Al Qaeda en Taliban op een zelfde hoop te gooien.Toch lijkt men te kunnen vaststellen dat er inderdaad sprake zou kunnen zijn van een neo-Taliban, iets wat op deze blog al is aangehaald. Deze neo-Taliban zou sterke banden hebben met Al Qaeda en dezelfde methodes hanteren in hun strijd. Dit spreekt enigszins de stellingen van Shahzad tegen.
Het lijkt echter moeilijk om een éénduidige conclusie te trekken. Al Qaeda is een zeer versnipperde beweging en ook binnen de Taliban zijn er dus verschillende tendensen aanwezig. Beiden lijken vanuit eenzelfde ideologie te vertrekken en lijken ook steeds meer dezelfde methodes te hanteren maar de politieke doelen willen wel al eens verschillen.


door Sam Apers

Bronnen:

ROGGIO, B. Targeting Taliban commander Siraj Haqqani The Long War Journal (20 oktober 2007) geraadpleegd op http://www.longwarjournal.org/archives/2007/10/targeting_taliban_co.php op 28 december 2007

ROGGIO, B. Al Qaeda, Taliban targeting Pakistani nuclear sites The Long War Journal (11 december 2007) geraadpleegd op http://www.longwarjournal.org/archives/2007/12/al_qaeda_taliban_tar.php op 29 december 2007

Taliban groeien uit tot regionale beweging In: De Standaard (26 oktober 2006) geraadpleegd op http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=G4A13C73H&word=taliban# op 28 december 2007

Het naar elkaar toegroeien van de Taliban en al Qaeda: een korte historische schets

Het basisartikel dat fungeert als basis voor deze blog is “understanding the Taliban and Insurgency in Afghanistan” (Johnson & Mason, 2007) en het boek van Ahmed Rashid:
“Taliban” (2001).

Radicalisering
De Taliban in Afghanistan had, als politieke beweging in de Islamitische wereld, sinds het neerslaan van het communistisch regime in Kabul, bij sommige leden van de bevolking de hoop doen aanwakkeren dat de Taliban een groep koranstudenten was die de vrede in Afghanistan terug zouden bewerkstelligen, niets was minder waar. Rashid wijst erop dat de Taliban ervoor gezorgd hebben dat er een nieuwe impuls werd gegeven aan het radicalisme van de islam (Rashid, 2001, p. 22-23). Zo werd er een strenge interpretatie van de sharia ingevoerd waarbij televisie, sport, vrouwenscholen enz. werden verbannen naar een afgesloten hoofdstuk (Rashid, 2001, p. 54).

Radicalisering-oorlogsvoering-verschansing
De oorlog in Afghanistan wordt door Johnson & Mason (2007, p.88) gezien als een strijd waarbij de krachten van de Taliban een tegengewicht vormen tegen de democratie die men wil vestigen. De Taliban staan heel sterk in Afghanistan, dat is een vaststaand feit. De Taliban heeft verschillende voordelen, waarover de V.S. niet beschikken. Zo kennen zij de cultuur, de taal en stammenhiërarchieën. Eveneens beschikken ze over ruime levering van rekruten en wapens en de mogelijkheid zich te verbergen in bergachtig terrein.
De sleutel tot succes of mislukking in Afghanistan is volgens de auteurs afhankelijk van Noord-Pakistan. President Musharraf speelt een dubieuze rol, hij lijkt de weg van de VS te volgen in de “war on terror”, maar anderzijds is er binnen zijn eigen land een volledige zone (Noord- en Zuid Waziristan) waar vele verwanten van de Taliban en al-Qaeda zich schuilhouden. Dit is het gevolg van een Pakistaanse beleid dat vroeger de Taliban nog heeft ondersteund.
Ook Rashid (2001, p. 23) vermeldt dat de Taliban destijds werd gesteund door zowel door Pakistan als Saoedi-Arabië.

Ik citeer een fragment dat meer duiding brengt:
“ In 1997-’98 heeft Pakistan de Taliban voorzien van hulgoederen ten bedrage van naar schatting 30 miljoen dollar. Daartoe behoorden 600 000 ton tarwe, petroleum en kerosine, die voor een deel betaald waren door Saoedi-Arabië, wapens en munitie, bommen, onderhoud en reserveonderdelen voor de militaire uitrusting uit de Sovjetperiode zoals tanks en zware artillerie, reparatie en onderhoud van de luchtmacht van de Taliban, voor het onderhoud van vliegvelden, de aanleg van wegen, de elektriciteitsvoorziening van Kandahar en salarissen.” (Geciteerd in: Rashid, 2001, p. 257-258).

Bin Laden en de Taliban
Een interessant fragment uit het werkstuk van Rashid (201, p. 198) haalt aan dat Pakistan een grote invloed heeft gehad in het aanhalen van relaties tussen Osama Bin Laden met de Talibanleiders in Kandahar. De trainingskampen van Khost vormden het bindmiddel tussen de twee groeperingen. De kampen waren in handen gevallen van de Taliban, maar Pakistan opteerde voor het behoud van de trainingskampen. Na een ontmoeting met de Taliban werden de trainingskampen overgeheveld aan Bin Laden.
Bin Laden werd om veiligheidsredenen (maar ook omwille van eigen profijt![1]) door de Taliban in bescherming genomen en woonde in Kandahar. Terwijl de Taliban voorzag in het herbergen en het schuilhouden van Bin Laden, zorgde Bin Laden er zelf voor dat de Taliban financiële middelen kreeg toegestopt. Bovendien wist hij geleidelijk aan nog meer sympathie op te wekken door onder andere manskrachten te sturen die in 1997-1998 meevochten bij de Taliban-offensieven.
Het gedachtegoed van de hogere leiders binnen het Talibanmilieu leken steeds meer verzadigd te worden door de visie die Bin Laden erop nahield. Met als gevolg dat ook zij een steeds meer een antiwesterse houding bleken aan te nemen. De Taliban manifesteerde zich steeds meer als vijand van de VN en Amerika (Rashid, 2001, p. 199).

Al-Qaeda en Taliban in bergachtig gebied
De auteur Baker wijst erop dat er effectieve samenwerkingsverbanden zijn tussen de Taliban en al-Qaeda. Er is een soort van versterkend effect. In de ‘tribal belt’ worden al-Qaeda leden door de Taliban beschermd en kunnen ze zich verschansen. Als wederdienst zorgt al-Qaeda ervoor dat de Taliban zich ken hergroeperen, in militaire munitie wordt voorzien en eveneens in de aldaar opgerichte trainingskampen opgeleid kan worden.
De grensregio, een bebost bergenlandschap, kan bijna worden gezien als een wereld op zich. (“the truth about talibanisation”, Baker, 2007, 22 m aart,)

Besluit
Met deze tekst wou ik duidelijk maken dat er verschillende banden zijn tussen al-Qaeda en de Taliban. Van voorzieningen van training, financiële middelen tot het in bescherming nemen van de ander. Bovendien hebben we vermeld dat beide groepen op een bepaald moment qua ideeëngoed op dezelfde lijn komen te staan. Er is een duidelijkere en scherpere visie gegroeid binnen de Taliban mede door de beïnvloeding van Bin Ladens gedachtegoed.
Ook Waziristan blijkt zowel voor de Taliban als voor verwanten van al-Qaeda een als perfecte basis te fungeren van waaruit ze kunnen opereren.


Geraadpleegde literatuur

Baker (2007, 22 maart). The truth about the talibanisation. Geraadpleegd op 29 december 2007 op het het World Wide Web: http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,1601850-3,00.html

Johnson, T.H. & Mason, M.C (2007). Understanding the Taliban and insurgency in Afghanistan. Orbis, 51 (1),

Rashid, A. (2001). Taliban, Oil and the new great game in Central Asia. Londen/NewYork: I.B.Tauris Publishers.


[1] Het feit dat er ‘een veilig dak boven het hoofd’ werd verleend aan Bin Laden, door de Taliban, hield ook in dat Bin Laden een soort van middel was waarmee de Taliban het vuur aan de schenen kon leggen bij de Amerikanen. Ze probeerden via deze weg een erkenning van hun regime af te dwingen. (Rashid, 2001, p. 199)

The effect of peacedeals

In het basisartikel voor deze blog van Syed Saleem Shahzad (Deux stratégies islamistes qui s’opposent. Al-Qaida contre les talibans) en in een voorgaand topic (Splitting the troops) komt het vredesakkoord tussen de Taliban en de Pakistaanse overheid in september 2006 ter sprake. Deze zou, zoals we nu al reeds weten, volgens sommigen, waaronder de Pakistaanse overheid, een brug geslaan hebben tussen al-Qaeda en de Taliban. Er zijn echter in het verleden al meerdere vredesonderhandelingen gesloten tussen de Pakistaanse overheid en de Taliban en hierbij willen we verder een licht werpen of deze vredesonderhandelingen wel degelijk het doel bewerkstelligen dat het Pakistaanse regime onder Musharref op het oog hebben.

Eerste en vooral moeten we erop wijzen dat de Pakistaanse overheid benadrukt dat de akkoorden die gesloten worden enkel en alleen ondertekend worden door Waziristaanse stamhoofden. Doordat er echter ook Talibanmilitanten aanwezig zijn, worden deze onderhandelingen meestal gezien als een overgave van de Pakistanen aan niet alleen de stamhoofden in Waziristan, maar ook aan de Taliban en zelfs al-Qaeda. Het laatste vredesakkoord, dat van september 2006, hield het volgende in:
1. There shall be no cross-border movement for militant activity in Afghanistan. On its part, the Government pledged not to undertake any ground or air operations against the militants and to resolve issues through local customs and traditions.
2. The agreement will come into force with the relocation of the Army from checkpoints in the region. The Khasadar force [a local tribal force] and Levy personnel [tribal militias] will take over the check-posts.
3. Foreigners living in North Waziristan will have to leave Pakistan, but those who cannot leave will be allowed to live peacefully, respecting the law of the land and the agreement.
4. Both parties will return each other’s weapons, vehicles and communication equipment seized during various operations.
5. Tribal elders, mujahidin and the Utmanzai tribe would ensure that no-one attacked security force personnel and state property.
6. There will be no target killing and no parallel administration in the agency.
7. Militants would not enter the settled districts adjacent to North Waziristan.
8. Government would release prisoners held in military operations and would not arrest them again.
9. Tribesmen’s “incentives” would be restored. The administration is to resolve disputes in accordance with local customs and traditions.
10. Government would pay compensation for the loss of life and property of innocent tribesmen during recent operations.
11. There is no ban on display of arms. However, tribesmen will not carry heavy weapons.
12. A 10-member committee--comprising elders, members of political administration and ulema [religious scholars]--is to monitor progress of the accord and ensure its implementation.[1]
Volgens de Pakistaanse overheid gaat het om een conflictbeheersing en niet om een overgave. Ook Evagoras C. Leventis treedt deze stelling bij. Het zou gaan om een bevestiging van de bestaande situatie. Een status-quo die vitaal zou zijn in de strategie van Musharref in het terugdringen van het moslimextremisme. Het is een feit dat de Federally Administered Tribal Areas (FATA), waar de twee Waziristans onderdeel van uitmaken en die aan de grens ligt met Afghanistan, nooit helemaal geïncorporeerd geweest zijn in de Pakistaanse staat. De Pakistaanse overheid controleert het gebied enkel door middel van lokale politieke agenten (PA) die aangeduid zijn door de centrale overheid, maar wel gesteund worden door de stamhoofden, de Kasadars en het Levy-personeel. Waar het kan worden de regels en gewoonten van de lokale bevolking toegepast voor zover dit niet in conflict komt met de belangen van de staat.

Toch, als men deze lijst met eisen en toegevingen onder ogen neemt, kan men inderdaad eerder besluiten dat het meer gaat om een overgave dan om beheersing van het conflict. Zeker wanneer men rekening houdt met de groeiende Islamisatie van de FATA. Men kan zelfs verder gaan en spreken van een toenemende Talibinisatie de laatste 10 jaar. De lokale bevolking heult meer en meer met de ideologie van de Taliban die hun oorsprong hebben in het oosten van Afghanistan. Er is meer en meer sprake van de Pakistaanse Taliban, lokale bewegingen die aansluiting gezocht hebben bij de (Afghaanse Taliban). Beide bevolkingsgroepen maken immers deel uit van dezelfde etnische groepering: de Pashtuns.
Bovendien zijn er elementen die aantonen dat er verschillende voorwaarden niet nageleefd zijn. Zo zouden na de ondertekening van het laatste akkoord in 2006 de acties tegen Pakistaanse troepen zijn verminderd maar in Afghanistan enorm zijn toegenomen. Met andere woorden, men zou daar een indicatie kunnen zien dat de eerste voorwaarde niet nageleefd is geweest. De Pakistaanse overheid wou haar controle over het gebied handhaven door het grootste gedeelde ervan over te laten aan de milities (nu onder invloed van de Taliban) die ze al een aantal jaren tracht te bekampen. Bovendien, en waarschijnlijk daardoor, zouden Taliban- en al-Qaedamilitanten van de vredesakkoorden handig gebruik gemaakt hebben om hun posities rond de Afghaanse-Waziristaansegrens en diep in Waziristan te verstevigen en uit te breiden samen met hun groeiende invloed op de lokale bevolking.
Daarnaast moet men rekening houden met het feit dat de verschillende stammen wel opgewassen zouden zijn tegen de Taliban en al-Qaeda, als het niet was dat de Taliban, al-Qaeda en hun groot aantal Waziristaanse militanten/strijders iedereen, waaronder vele PA’s, vermoorden wanneer deze samenwerken met de Pakistaanse overheid. Met andere woorden: door de vredesonderhandelingen verliest de Pakistaanse overheid meer en meer veld terwijl de Talibanisatie van de FATA zich meer en meer verder zet.
Wat al-Qaeda betreft en voorwaarde drie, die volgens sommigen aanleiding hebben gegeven voor de veronderstelde scheiding tussen de Taliban en al-Qaeda. De buitenlandse militanten zouden moeten verdreven worden uit Waziristan en de Tribal Belt. Men heeft echter over het hoofd gezien dat de vele van deze buitenlanders getrouwd zijn met lokale inwoners, waardoor zij door de lokale bevolking niet meer gezien worden als buitenlanders.
Bovendien hebben talloze acties plaatsgevonden, sinds het laatste vredesakkoord, op Pakistaans grondgebied door de toenemende Islamisatie in het land, al dan niet met behulp van de Taliban en al-Qaeda. Denk maar aan de bestorming van de Lal Masjid en de moord op Bhutto.


door Jorn Brewaeys


Bronnen:
- Evagoras C. Leventis, THE WAZIRISTAN ACCORD, Middle East Review of International Affairs, Vol. 11, No. 4 (December 2007), 19-37. (http://meria.idc.ac.il/journal/2007/issue4/pdf/4.pdf. Laatst geraadpleegd op 31 december 2007.)


[1] Evagoras C. Leventis, THE WAZIRISTAN ACCORD, Middle East Review of International Affairs, Vol. 11, No. 4 (December 2007), p. 27.

De Pakistaanse Taliban

Syed Saleem Shahzad had het in zijn artikel al over Waziristan. Dit gebied in Pakistan dat bevolkt wordt door voornamelijk Pashtun-stammen grenst aan Afghanistan en lijkt een broeihaard te worden van allerlei extremistische Islamistische groeperingen in de regio. De Pakistaanse regeringstroepen zijn er, ondanks verschillende invasies, vooralsnog niet in geslaagd om enige controle over het gebied te verkrijgen. Volgens Shahzad zijn er in Waziristan momenteel spanningen tussen de verschillende Islamitische groepen die zich daar bevinden. In Zuid-Waziristan zou een plaatselijke leider Haji Nazir opgeroepen hebben tot strijd tegen de Navo-troepen en de regering in Afghanistan. Diegene die geen gehoor gaven aan deze oproep van Nazir zouden in koelen bloede vermoord zijn. Al Qaeda zou ondertussen begonnen zijn met strijders uit Waziristan weg te halen en richting Irak te sturen.De vraag is wie er nu werkelijk opereert vanuit het onherbergzame Waziristan en wie er de plak zwaait.

Graham Usher gaat in op het ontstaan van een schijnbare nieuwe strekking van de Taliban: de Pakistaanse Taliban. Deze beweging zou vooral bestaan uit jonge mannen, zowel studenten als werkloze Pashtun-stamleden, die geleid worden door een nieuwe generatie van militante religieuze leiders of mullahs. Een belangrijk keerpunt tijdens de ontstaansgeschiedenis van deze groepering is de inval van de VS in Afghanistan. Op dat moment werd vanuit regeringshoek in Pakistan verboden om de Afghaanse Taliban te steunen in hun strijd tegen de VS. De jonge Pashtun-stamleden weigerden dit en besloten toch de wapens op te nemen. Vlak na de aanslagen van 9/11 en de invasie in Afghanistan werd de Taliban in deze tribale gebieden nog getolereerd door de Pakistaanse regering. De focus lag voor Washington op de zoektocht naar Osama Bin Laden en Pakistan ging uit van een zienswijze van ‘live and let live’. Niettemin probeerde Musharraf te verhinderen dat de Afhaanse Taliban een te sterke voet aan grond te krijgen in de tribale gebieden in Pakistan. Onder druk van de VS werd in 2004 dan een Pakistaanse troepenmacht van 80 000 manschappen sterk ontplooid in Waziristan met als doel de Taliban-strijders die zich in het gebied schuilhielden te vervolgen en het hele gebied dusdanig te “bevrijden” van de Taliban. Deze operatie draaide echter uit op een fiasco. 250 Pakistaanse soldaten verloren het leven en het Pakistaans regeringsleger was verplicht om over een staakt-het-vuren te onderhandelen met de militante stammenleiders. Bij de arme bevolking van Waziristan steeg de sympathie voor de Taliban omdat zij aanzien werden als de werkelijke verdedigers van de stammen.De daaropvolgende jaren waren er nog enkele invallen van het Pakistaanse leger maar met elke inval werd de Taliban sterker in deze regio.

Musharraf besefte dat militaire operaties in Waziristan weinig kans op slagen hadden en trachtte akkoorden te sluiten met de tribale leiders. Aan de Taliban werd gevraagd om te stoppen met het regeringsleger en pro-regering stamleden aan te vallen. In ruil zouden onder andere gevangen genomen Talibanleden vrijgelaten worden, zouden geconfisqueerde wapens teruggegeven worden en zouden slachtoffers van militaire operaties vergoed worden voor hun verliezen. De regering loste zijn beloftes in maar van de kant van de Taliban was dit veel minder het geval.

Ondertussen zouden de Pakistaanse Talibanleiders de facto de politieke leiders zijn in Noord- en Zuid-Waziristan. Dit heeft ervoor gezorgd dat men wat betreft Waziristan momenteel kan spreken van een ‘Islamitisch Emiraat’. Belangrijk is dat de Taliban-leiders hierbij op steun kunnen rekenen van, vooral jonge, stamleden uit deze regio. Zij blijven zich ook beschouwen als bondgenoten van de Afghaanse Taliban en steunen hen in hun strijd tegen de Navo-troepen en het regeringsleger in Afghanistan. Zij delen voorts dezelfde ideologie met de Taliban in Afghanistan. Deze ideologie is gestoeld op oerconservatieve islamitische waarden en normen.

Er is ondertussen nog steeds een debat aan de gang of men kan spreken van een meer gematigde Taliban. Het is immers duidelijk dat in Afghanistan geen politieke regeling kan getroffen worden zonder de Taliban daarbij te betrekken. Met een meer gematigde strekking zouden eventuele gesprekken kunnen gevoerd worden. Hiervoor zou de Taliban meer een Afghaanse beweging moeten worden. Het is echter ook fout om de huidige Taliban gelijk te stellen met Al Qaeda. In een interview verduidelijkte de Taliban-leider Mullah Omar dit nog eens. Hij benadrukte dat de Taliban als voornaamste doel de terugtrekking van de Amerikaanse troepen van het Afghaanse grondgebied heeft, terwijl Al Qaeda eerder een wereldwijde Jihad voor ogen heeft.


Kan men nu op basis van het voorgaande besluiten dat de Taliban en Al Qaeda twee totaal verschillende bewegingen zijn? Eigenlijk niet echt omdat er hier in de eerste plaats enkel aandacht is besteed aan de (Pakistaanse) Taliban. Er kunnen echter wel een aantal belangrijke punten aangereikt worden op basis van het besproken artikel. Zo is het duidelijk dat de Taliban aan een opmars bezig is. Een opmars die geruggensteund wordt door de Taliban-strijders van de Pashtun-stammen in Noord- en Zuid-Waziristan. Al Qaeda lijkt hierin niet echt een rol van betekenis te spelen. Het lijkt ook duidelijk dat het voornaamste objectief van de Taliban (zowel in Afghanistan als in Pakistan) is Afghanistan te “verlossen” van de Westerse bezetters hun bondgenoten (de Afghaanse en Pakistaanse regering).Deze strijd wordt echter wel gevoerd op basis van een ideologie die gestoeld is op dezelfde Islamitische waarden als diegene die door Al Qaeda gepredikt wordt. Omwille van deze reden zou het kunnen dat ook Al Qaeda sympathisanten een onderkomen vinden in de tribale gebieden in Waziristan. De ideologische gedachten achter beide bewegingen lijken dus gelijkenissen te vertonen maar de doelen zijn dan weer verschillend.



door Sam Apers

Bronnen:SHAHZAD, S. S.; Al –Qaida contre les talibans In : Le Monde Diplomatique, Juli 2007 , geraadpleegd op 6 november 2007 op http://www.monde-diplomatique.fr/2007/07/SHAHZAD/14902

USHER, G. The Pakistan Taliban 13 Februari 2007, geraadpleegd op Middle East Report Online http://www.merip.org/mero/mero021307.html op 29 december 2007-12-31

Pakistan’s Tribal Areas: Appeasing the Militants In: Asia Report Nr. 125 11 december 2006, geraadpleegd op http://www.crisisgroup.org/home/index.cfm?id=1267&l=1 op 29 december 2007

De Verenigde Staten, al-Qaeda en de rol van de media

Wat niet meer hoeft verteld te worden is dat de Amerikaanse regering zich er al lang van bewust is dat een oorlog niet alleen met wapens wordt uitgevochten. Naast kogels, tanks en raketten zijn ook de media een zeer belangrijk middel om een oorlog tot een goed einde te brengen. De media lenen zich er uitstekend toe om een oorlog psychologisch voor te bereiden en de nodige democratische steun te verwerven. Door de media kan je immers anderen ervan overtuigen dat de stappen die je als regering onderneemt, juiste, rechtvaardige, … stappen zijn en zo je beleid legitimeren. Wat de Amerikaanse regering ook maar al te goed beseft is dat wat er in de media verschijnt allesbehalve hoeft te stroken met de werkelijkheid. Door middel van de media creëer je zelf, als overheid, de realiteit die de beste mogelijkheden biedt om mensen ervan te overtuigen de plannen die je voor ogen hebt te ondersteunen. In dit proces blijkt het exacte taalgebruik zeer belangrijk te zijn. Het discours rond de ‘War on Terror’ werd dan ook zorgvuldig, op een wetenschappelijke manier voorbereid. Bewust werd er voor bepaalde taalconstructies gekozen die het toekomstige Amerikaanse beleid maximale ondersteuning zouden bieden.

In de strijd tegen de Amerikanen is echter ook Osama Ben Laden zich hiervan bewust geworden. Al-Qaeda is steeds meer gebruik gaan maken van dit favoriete Amerikaanse wapen. In het begin beperkte het gebruik van de media door al-Qaeda zich tot het verspreiden van video-opnames, waarin Osama Ben Laden zijn visie op de Amerikaanse kapitalistische wereldorde blootlegt en gelijkgezinden oproept zijn organisatie te ondersteunen en mee te vechten tegen de verderfelijke invloed van het Westen. Dit was een éénvoudige manier om de media te gebruiken en er was toen niet echt sprake van een wetenschappelijk ondersteunde manipulatie van de werkelijkheid.
Tegenwoordig maakt al-Qaeda echter wel gebruik van meer geavanceerde, manipulatieve mediatechnieken. Om al-Qaeda’s communicatieplan wetenschappelijk te ondersteunen heeft Ben Laden een speciale media-afdeling opgericht. Ook al-Qaeda begint dus een eigen doordachte werkelijkheid te creëren. Hierin durft Ben Laden, net zoals de Amerikaanse regering, zeer ver te gaan. Zo verspreidde hij bijvoorbeeld de volgende mediaboodschap: “Amerikanen verstoppen tijdens het uitvoeren van ‘stop and search’-opdrachten bommen in de auto’s van onschuldige moslims. Deze auto’s laten zij vervolgens exploderen als het hen uitkomt en creëren zo de illusie dat het een zelfmoordaanslag was.” Of deze boodschap nu waar is of niet, doet er eigenlijk niet echt toe. Het belangrijkste is dat ze doorheen de Arabische wereld uitgezonden werd en dat velen ze gezien hebben. Op deze wijze weet Ben Laden de anti-Amerikaanse haat aan te wakkeren in het Midden-Oosten. Door een werkelijkheid te scheppen waarin Amerikanen gebruik maken van terroristische aanslagen, rechtvaardigt hij eveneens het eigen gebruik van dergelijke technieken. Zo legitimeert hij dus zijn daden voor Moslims die hem voorheen de rug toekeerden omwillen van zijn radicale aanpak.
Een andere tendens is dat Ben Laden zijn mediaoffensief niet meer uitsluitend tot de Arabische wereld richt. Ook binnen de Verenigde Staten zelf verspreidt hij zijn boodschappen. Zijn geheim wapen hiervoor is een Amerikaans burger die hij wist te rekruteren. Adam Gadahn, nu ook bekend als Azzam al-Amriki (Azzam de Amerikaan), is de enige binnen al-Qaeda, naast Ben Laden zelf, die boodschappen aan de Amerikaanse president en burgers mag richten. Hij bevindt zich dus in de kern van al-Qaeda’s, op de Verenigde Staten gerichte communicatieproject en is ervoor verantwoordelijk dat er geen misverstanden ontstaan onder de Amerikanen over wat de echte boodschap van Ben Laden is. Gadahn beschrijft wat de eisen van Ben Laden zijn en welke gevolgen een niet-naleving ervan met zich zal meebrengen. Dit is op zich geen nieuwe boodschap, ze werd al talrijke malen door Ben Laden zelf verspreid. Het verontrustende aspect is dat Gadahn, als Amerikaan, een zeker vertrouwen opwekt bij zijn landgenoten en daardoor eens zo overtuigend over komt. In zijn toespraken legt Gadahn een zeer sterke nadruk op de finaliteit van de boodschap die hij voortbrengt. Het betreft een laatste waarschuwing, een laatste kans om aan Ben Laden’s eisen te voldoen. Door zijn zelfzeker optreden, zijn heldere uiteenzetting en zijn onberispelijk engelse taalgebruik weet hij veel Amerikanen de stuipen op het lijf te jagen. Of deze techniek zijn vruchten zal afwerpen en Ben Laden zijn eisen bewerkstelligd zal zien valt sterk te betwijfelen. Het is na 11 september immers niet meer nodig de Amerikanen ervan te overtuigen dat Ben Laden meent wat hij zegt. En hen overtuigen zou enkel maar in het voordeel spelen van president Bush zelf, aangezien zijn oorlogsdaden enkel maar mogelijk worden gemaakt door de angst die hij onder het Amerikaanse volk wist te creëren door zijn eigen mediacampagne.
Gadahn is volgens mij een goed bewijs van het feit dat al-Qaeda de Verenigde Staten nog lang niet uit het oog verloren heeft en er actief werk van maakt psychologische terreur onder de Amerikaanse bevolking te zaaien. Één van de doelstellingen van terroristische aanvallen is immers in te werken op de angstgevoelens van een bevolking om er zo voor te zorgen dat de ultieme wensen van de terreurbeweging gerealiseerd worden. Om angstgevoelens te vergroten blijkt ook het dreigen met geweld zeer effectief te zijn, zolang deze bedreigingen af en toe waargemaakt worden door een echte aanslag. Aangezien de beelden van 11 september voorgoed in het collectieve geheugen van de Amerikaanse bevolking geschroeid zijn denk ik dat de bedreiging die uitgaat van de mediaoffensieven van al-Qaeda meer dan een verstikkend effect kan hebben op de Amerikaanse bevolking.

Het gevaar van deze wederzijdse mediacampagnes schuilt hem erin dat er een dynamiek van haat op gang wordt gebracht. Zij die van een kritische geest zijn voorzien kunnen zich hieraan onttrekken maar het leeuwendeel van de wereldbevolking neemt klakkeloos over wat de media hen voorschotelt. De haatgevoelens die door de Amerikaanse regering en al-Qaeda worden opgeroepen zouden wel eens aanleiding kunnen geven tot een echte ‘clash of civilizations’.

Door Arne Daniëls


Bronnen:

Escobar, P. (21 mei 2005), “The US’s gift to al-Qaeda”, Asian Times Online.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.atimes.com/atimes/Middle_East/GE21Ak04.html

Scheuer, M. (7 juni 2007), “Al-Qaeda’s American-style message”, Asian Times Online.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.atimes.com/atimes/Middle_East/IF07Ak01.html

De nieuwe generatie zelfmoordterroristen

Hoewel er tussen de Taliban en al-Qaeda een groot aantal verschillen bestaan, zijn zei het minstens over één zaak wel degelijk met elkaar eens, het doeltreffende karakter van terroristische bomaanslagen, al dan niet gepaard gaand met een zelfmoord. Hoewel dit fenomeen al langer gekend is, zijn er sterke aanwijzingen dat we het ergste nog niet gezien hebben. Zowel op het gebied van de ‘gewone’ bomaanslagen als op het gebied van de terroristische zelfmoordaanslagen doen er zich onrustwekkende evoluties voor. Twee reportages die op internet te vinden zijn geven een beknopte beschrijving van deze evolutie: ‘Terror tactics’ van CNN en ‘Pakistan: al-Qaeda, Taliban’.

De beelden die in deze reportages vertoond worden tarten werkelijk alle verbeelding. Rijen jonge moslims staan aan te schuiven om zich te laten registreren voor het uitvoeren van een terroristische zelfmoordaanslag. Zonder vrees en soms met een glimlach op het gezicht zijn ze trots dat ze ‘verkozen’ werden om in de naam van Allah op te treden door zich op te blazen op drukke plaatsen of in de nabijheid van militaire doelwitten. Door het plegen van een zelfmoordaanslag verzekeren ze zich een plaats in de hemel en zullen ze voor altijd herinnerd blijven als martelaars, gestorven in de strijd tegen de ‘vijanden van de islam’. Ook aan hun familie wordt gedacht, zij worden onder de vleugels genomen door de terreurorganisatie, die hen de nodige financiële steun biedt om het verlies van hun familielid te compenseren. Door middel van verschillende propaganda technieken slagen al-Qaeda en de Taliban erin nieuwe golven aan radicale islamistische zelfmoordterroristen aan te trekken die bereid zijn te sterven voor de Islam.

Voor het bereiken van kandidaten wordt er door zowel al-Qaeda als door de Taliban vooral gebruik gemaakt van propaganda video’s, die dankzij de met de globalisering gepaard gaande nieuwe mediatechnieken, op een razendsnel tempo doorheen heel de (Arabische) wereld verspreid worden. Zo werden er onlangs weer een aantal beelden van trainingskampen van al-Qaeda verspreid. Op de beelden zijn Arabisch sprekende vrijwilligers te zien die trainen in een landschap dat zeer sterk lijkt op de regio’s in noord en zuid Waziristan waar de ‘tribal warlords’, en nu ook al-Qaeda en afdelingen van de Taliban gevestigd zijn. De boodschap die in deze video verkondigd wordt is dat de trainingskampen van al-Qaeda weer op volle toeren draaien en dat al-Qaeda op zoek is naar nieuwe rekruten vanuit alle uithoeken van de moslimwereld.

Het is in deze zelfde gebieden op de grens tussen Afghanistan en Pakistan dat de nieuwe ster aan het firmament van de Taliban, Mullah Dadullah, de registraties en trainingen van honderden nieuwe zelfmoordterroristen uitvoert. Mullah Dadullah leerde in Irak dat je door middel van zelfmoordaanslagen een land in complete chaos kan brengen en hij is dan ook van plan om deze techniek naar Afghanistan over te brengen op een massale en totnogtoe ongekende schaal. In de reportage zie je Mullah Dadullah de menigte aanspreken, omringd door zwaar bewapende jihad strijders. In zijn propaganda video verkondigt hij dat heel het Westen zich verenigd heeft en de ondergang van de moslimwereld heeft gezworen. Daarom is het, zo stelt hij, de taak van elke moslim om zich hiertegen te verzetten. Omdat de moslims niet beschikken over dezelfde geavanceerde wapen als de westerlingen, is het gebruik van zelfmoordaanslagen, ‘het perfecte wapen tegen het westen’, gerechtvaardigd. De nieuwe massa rekruten die op de videobeelden vertoond worden zullen in de komende twee, drie jaar ingezet worden. De reden waarom ze zo op voorhand geregistreerd worden is opdat de Taliban hen mentaal zou kunnen voorbereiden op hun belangrijke missie. Ze zullen de aanslagen uitvoeren in de Verenigde Staten en in de Arabische wereld en zelf als de leiding van de Taliban sterft, zullen zij de geplande aanvallen uitvoeren. Uit een interview met één van de rekruten blijkt dat ze, alhoewel ze zich bij de Taliban hebben ingeschreven, zichzelf zien als deel uitmakend van een globale jihad-beweging eerder als lid van één bepaalde organisatie. Dit beeld past bij de nieuwe oriëntering van de Taliban, die zichzelf hebben ingeschakeld in de globale jihad. In de reportage wordt er dan ook gewaarschuwd voor de bedreiging die deze zelfmoordterroristen vormen voor landen in het Westen. Deze nieuwe evolutie vormt een gigantische bedreiging voor de nationale veiligheid in onze landen. De aanpak is des te moeilijker omdat deze groeperingen zich hebben verscholen in de zeer moeilijk bereikbare gebieden in Pakistan.
Één van de geïnterviewden, de ex-CIA agent Art Keller, vreest ervoor dat de terroristische aanslagen zich zullen verplaatsen naar andere settings, zoals de westerse grootsteden. Na het screenen van enkele propaganda video’s merkt Keller op dat de nieuwe terroristische bedreiging ontzagwekkend is. Nieuwe technieken werden overgebracht van Irak naar Afghanistan, zoals de zelfgemaakte explosieven die zo kenmerkend waren voor de oorlog in Irak. Hoe je zulk ene bom zelf kan maken kan je gemakkelijk op het internet opzoeken. Ook wordt er in één van de propaganda video’s een motorfiets getoond die volledig volgeplakt is met zoveel hoog explosieve stoffen als mogelijk. In de volgende beelden zie je de zelfmoordterrorist die deze motorfiets zal ‘begeleiden’ naar zijn doelwit. De jongeman is gekleed in een uniform van het Afghaanse leger. Deze penetratie van moslimfundamentalisten in verschillende regionen van het Afghaanse leger, wordt door Keller als een groot probleem aangegeven. Een andere verontrustende vaststelling is volgens Keller de mate waarin zelfmoordaanslagen in Afghanistan meer en meer ingeburgerd geraken. Vroeger was er een zekere culturele afkeer van dergelijke technieken, dit is lang verleden tijd.

Ondertussen gaan de Taliban en al-Qaeda onvermoeid door met het aantrekken en opleiden van een nieuwe generatie zelfmoordterroristen door gebruik te maken van uitgebreide propagandacampagnes. Zelfmoordaanslagen, een wapen dat beide groeperingen zien als het middel van de toekomst om de westerse bedreiging voor eens en voor altijd de kop in te drukken …

Door Arne Daniëls


Bronnen:

“Pakistan: Al Qaeda, Taliban”
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.youtube.com/watch?v=rS8nqBuvrBo

“Terror Tactics”, CNN.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://video.google.com/videoplay?docid=6250055544195169135&q

De bestorming van de Lal Masjid (Rode Moskee) in Islamabad

In dit bericht zal ik een incident bespreken dat dit jaar in juni heeft plaats gevonden, namelijk de bezetting van de Lal Masjid of de Rode Moskee in Islamabad en de daaropvolgende strijd tussen de troepen van president Musharraf en Pakistaanse jihadi’s. Hoewel er geen sprake is van expliciete samenwerking tussen Taliban en al-Qaeda in dit conflict ondersteunden beiden wel de militanten die de Lal Masjid bezet hebben en wordt er vermoed dat er zich onder de strijders ook leden van Taliban en al-Qaeda bevonden.

De Lal Masjid werd opgericht in het begin van de jaren tachtig door de spirituele leider Maulana Muhammad Abdullah die bekend werd voor zijn ceremonies waarin hij moslims opriep tot de jihad in de strijd tegen de Russische troepen in Afghanistan. Sinds deze periode hebben de leiders van de Lal Masjid steeds hun banden onderhouden met de Taliban en met al-Qaeda. De doctrine die door de Lal Masjid verkondigd wordt is die van de Ijtihad, onderdeel van de Deobandi leer. Het volgen van de Ijtihad komt neer op het streven naar de toepassing van het islamitisch recht is de moderne wereld. De Deobandi leer is een tak van de Islam waarvan de meeste strijders van de Taliban afstammen. In de Lal Masjid is eveneens een Madrassah of religieuze school gevestigd waarin deze Deobandi leer aan kinderen onderwezen wordt. Veel van de studenten die hier onderwijs genieten worden omgevormd tot religieuze militanten, waarvan een groot aantal gerekruteerd wordt door de Taliban, maar ook door al-Qaeda en andere terreurbewegingen. Na de moordaanslag op Maulana Abdullah werd het leiderschap van de Lal Masjid overgedragen op zijn twee zoons, Maulana Abdul Aziz en Abdul Rashid Ghazi, die verantwoordelijk zijn voor de bezetting van de Rode Moskee in de zomer van dit jaar. Ghazi werd door verschillende westerse bronnen gezien als het nieuwe gezicht van al-Qaeda in de regio. Hij werd vermoord tijdens de gevechten in en rond de Lal Masjid, net zoals zijn oudere broer Aziz.

De beslissing van president Musharraf om de Rode Moskee in te nemen was bedoeld om een einde te brengen aan de maandenlange durende crisis tussen het regime van Musharraf en dit radicale religieuze instituut dat verantwoordelijk werd gesteld voor tal van aanslagen op het Pakistaanse leger. Het zou tevens het begin zijn van nieuwe, hardere aanpak van de groeiende invloed van de Taliban en al-Qaeda in Pakistan. De totale eliminatie van alle extremistische elementen in de regio (het ging hier over de North Western Frontier Province of NWFP, in Pakistan), luidde het. Musharraf was zich er echter maar al te goed van bewust dat het bestormen van de Rode Moskee ook een averechts effect zou kunnen hebben. In de Rode Moskee bevonden er zich immers een groot aantal gegijzelden, de meeste onder hen vrouwen en kinderen. Hij vreesde dan ook terecht dat een verkeerde aanpak van het probleem, met de dood van de gegijzelde kinderen en vrouwen mogelijk als gevolg, een voedingsbodem zou kunnen vormen voor nieuwe moslimextremisten en zo een ontketening van terroristisch geweld in heel Pakistan tot gevolg zou kunnen hebben.
De onderhandelingen met de moslimmilitanten in de Lal Masjid werden gestart op 3 juni dit jaar, maar deze onderhandelingen liepen steeds spaak, naar verluidt onder invloed van de aanwezigheid van een achttiental buitenlandse islamistische strijders, die volgens de Pakistaanse overheid tot al-Qaeda behoorden. Na zeven dagen vruchteloos onderhandeld te hebben besloot president Musharraf op 10 juni dan toch, onder druk van vooral de Verenigde Staten en China, het bevel te geven aan zijn manschappen om de Rode Moskee te bestormen. De gevechten duurden naar schatting 48 uur en deze massale openlijke manifestatie van dodelijk geweld in de hoofdstad van Pakistan liet vele toeschouwers geschokt achter. Het resultaat van deze operatie ‘Silence’: meer dan honderd dodelijke slachtoffers waaronder een groot aantal Pakistaanse soldaten, maar eveneens een groot aantal kinderen, de meeste van hen niet ouder dan zestien jaar.
Musharraf’s vrees werd bewerkstelligd. Amper een paar uur na het einde van de gevechten werd er door Ayman al-Zawahiri, de belangrijkste figuur van al-Qaeda na Osama Ben Laden, al een oproep gedaan aan alle Pakistanen om in opstand te komen tegen het regime van Musharraf en zich aan te sluiten bij de jihad … “to wash away the crime of the attack on the Red Mosque in repentance and blood”. Het duurde dan ook niet lang voor de eerste zelfmoordaanslagen volgden. Tussen 12 en 15 juli werden er minstens vijf zelfmoordaanslagen geregistreerd en er vielen minimum 58 dodelijke slachtoffers in de twaalf dagen na de crisis rond de Rode Moskee. De komende weken zou het aantal zelfmoordaanslagen steeds verder toenemen als gevolg van het intensifiëren van de haat die Musharraf heeft veroorzaakt door het bestormen van de Rode Moskee. In verschillende delen van de NWFP kwamen radicale terroristische groeperingen samen, waaronder ook de Taliban van aan weerszijde van de Pakistaans-Afghaanse grens en leden van al-Qaeda, om de moord op hun religieuze klerk Ghazi en de islamitische studenten te wreken.
De reacties kwamen echter niet van radicale islamistische groeperingen alleen. Verschillende andere religieuze groeperingen en politieke partijen veroordeelden het geweld. Zo riep de vereniging Wifaq-ul-Madaris Al-Arabia, het collectieve platform van de 8199 geregistreerde Deobandi scholen in Pakistan, op tot een nationale verzetsactie tegen het regime van Musharraf. Qazi Hussain Ahmad, de opperste leider van de Muttahida Majlis-e-Amal (MMA), een alliantie van alle religieuze politieke partijen en een zeer invloedrijke partij in Pakistan, gaf zijn ontslag uit het nationale parlement als gevolg van de beslissing van Musharraf om de Rode Moskee binnen te vallen.

Hetgeen voor dit discours van belang is, is dat er wel degelijk nog sprake is van samenwerking tussen al-Qaeda en de Taliban. Hoewel er vaak twisten ontstaan tussen de leiders van de beide groeperingen, zullen zij elkaar steeds weten te vinden als het erop aankomt een gemeenschappelijke vijand, zoals president Musharraf, te lijf te gaan.

Door Arne Daniëls


Bronnen:

Acharya, A. en Iqbal, K. (2007), “Extremism in Pakistan : Time for decisive action”, Rajaratnam School of International Studies (RSIS).
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.ntu.edu.sg/RSIS/publications/Perspective/RSIS0762007.pdf

Burstin, A. (2007), “Now that the Red Moque has been taken, what does the future hold for Pakistan?”, Strategic Asia Online.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.esisc.eu/documents/pdf/en/the-red-mosque-crisis-296.pdf

Curtis, L. (2007), “Bolstering Pakistan in its Fight Against Extremism”, The Heritage Foundation.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.heritage.org/Research/NationalSecurity/upload/wm_1554.pdf

Maitra, R. (2007), “Pakistan in the Shadow of the Lal Masjid Raid”, Executive Intelligence Review.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:http://www.larouchepub.com/eiw/public/2007/2007_30-39/2007_30-39/2007-30/pdf/16-18_729.pdf

zondag 30 december 2007

Al-Qaeda en Taliban verwikkeld in een politieke aanval op het Pakistaanse regime

Het videomateriaal vormt de basis van dit artikel. Maar de basis van beeldmateriaal voldeed niet om dit stuk neer te pennen. Daarom werden ook krantenartikels en wetenschappelijke bronnen gehanteerd.
We gaan na welke verschillende hypotheses aanwezig zijn rond de dood van Benazir Bhutto. En in hoeverre al-Qaeda en de Taliban hierin verwikkeld zijn.

De verstandhouding tussen Bhutto en Musharraf
De relatie tussen Bhutto en Musharraf is altijd relatief haatdragend geweest. Bhutto bevond zich niet op dezelfde golflengte qua gedachtegoed. Bovendien waren politieke militaire dictators, waarvan Musharraf het toonbeeld is, niet onmiddellijk haar beste maatjes. Zij volgde de visie dat het presidentschap niet kon gecombineerd worden met de functie van generaal van het leger.
In de twee korte periodes dat Bhutto ooit premier was van Pakistan (1988-1991; 1993-1996) is het haar niet gelukt om de macht van de militairen aan banden te leggen.
(http://video.google.nl/videoplay?docid=6880449064624122588&q=bhutto+frost&total=25&start=0&num=10&so=0&type=search&plindex=0 )
Hoewel de twee het klaarblijkelijk niet goed met elkaar konden vinden, was er de afgelopen maanden al een en ander ‘over- en weer gepalaver’ tussen deze twee personen. Het opzet bestond eruit tot een overeenkomst te komen waarbij zowel Bhutto als Musharraf politiek voordeel zouden kunnen uithalen. Musharraf wou via deze tactiek zijn slaagkansen om president te worden in Pakistan, verhogen. In ruil zou oppositieleidster Bhutto worden aangesteld als eerste minister. Zo zou er samen gewerkt worden aan een beter en leefbaarder Pakistan, waar de bevolking in zijn noden wordt voorzien en er een rem wordt gezet op het uitdijend terroristisch geweld.

Het feit dat er een soort van ‘deal’ werd gesloten impliceert nog geen vanzelfsprekende garantie dat dit een succes zou worden. Men moet weten dat, na een ambtstermijn van acht jaar, de persoonlijke populariteit van Musharraf al heel wat is afgetakeld. Vele Pakistanen zien hem als een soort van verrader van eigen land, namelijk vooral diegenen die meer extremistisch zijn ingesteld en hem aldus kwalijk nemen dat hij teveel de visie van de Amerikanen zou volgen. Maar eveneens voor Bhutto zou het geen vanzelfsprekend succes zijn. Het vertrouwen was bij vele Pakistanen geschonden omwille van haar samenwerkingsverband met de president Pervez Musharraf.

Hoe stond zij ten aanzien van het terrorisme-fenomeen?
Volgens Bhutto was er binnen Pakistan geen plaats voor al-Qaeda - en Taliban-aanhangers. In haar denkbeeld waren het sluiten van koranscholen en het aan banden leggen van de drugssmokkel elementen die er allereerst moesten voor zorgen dat Pakistan een rechtsstaat zou worden (“Benazir wil terug”, 2007, 15 augustus).
Er moest volgens haar komaf gemaakt worden met het Pakistan als schuilplaats en werkterrein van terroristen. Al-Qaeda en de Afghaanse taliban hadden reeds dreigementen uitgestuurd naar Bhutto, omwille van haar visie om de islamitische dreiging uit haar land te bannen.

Een eerste mislukte poging 18 oktober 2007
Het plan om Benazir Bhutto te doden spookte door de hoofden van de Talibanleider, Baitullah. Toch was het al-Qaeda die de aanslag uitvoerde. Met als driest resultaat het leven van 136 mensen en veel meer gewonden. Maar Bhutto bleef ongedeerd. Het is ook al-Qaeda die eigenlijk de hoofdaanspoorder is wat betreft het stichten van Islamitische emirates in de grenszones.
Het is ook geen puur toeval dat er na de beslissing van Baitullah om de verkiezingen niet te boycotten, er al drie grote zelfmoordaanslagen hebben plaatsgevonden. Het is een manier van al-Qaeda om zich te manifesteren. (Shahzad, 2007, 19 december)

De tweede fatale poging 27 december 2007
De Verenigde Staten gaf recent de veronderstelling weer dat Al Qaeda en de Taliban achter de aanslag zouden zitten van Benazir Bhutto, die plaatsgreep op 27 december 2007. Dit was te lezen in de laatste media (“U.S. suspects Taliban leader behind Bhutto plot”, 2007, 29 december). Zo zouden er gesprekken zijn gevonden tussen Baitullah Mehsud en een andere religieuze leider, die Maulavi Sahib wordt genoemd. In de conversatie feliciteert Mehsud de religieuze leider met de uitgevoerde ‘helden’daad. Haar streefdoel was een open en vredelievende democratie met vrije verkiezingen, waarin ook het smeden van internationale banden centraal stond (Free elections in Pakistan will defeat Taliban).

Volgend geciteerd fragment,is te lezen op de website van Cable News Network (http://edition.cnn.com/2007/WORLD/asiapcf/12/28/bhutto.death/)

Mehsud: Congratulations to you. Were they ours?
Maulavi Sahib: Yes, it was us.
Mehsud: Who was there?
Maulavi Sahib: Saeed was there, second there was Bilal from Badar and Ikramullah.
Mehsud: All three of them did it?
Maulavi Sahib: Ikramullah and Bilal did it.
Mehsud: Then congratulations.
Maulavi Sahib: Where are you? I want to meet.
Mehsud: I am in Makeen [town in the southern part Waziristan]. Come over. I am at Anwar Shah's house.
Later in the conversation, Mehsud said, "Fantastic job. Very brave boys, the ones who killed her."


De Pakistaanse minister van Binnenlandse Zaken, Hamid Nawaz, beweert bewijzen te hebben dat de moord op Bhutto, zowel het werk zou zijn geweest van Al-Qaeda als van de Taliban. Ook de FBI heeft argumenten gevonden op radicale islamitische websites; zo zou Al-Qaeda de aanslag hebben opgeëist. Ayman al-Zawahiri zou de vermoedelijke spilfiguur zijn (“Pakistaans overheid verdenkt Al-Qaeda en Taliban”, 2007, 28 december).
Bovendien, zo blijkt uit Pakistaanse bron, zou een man die sprak in naam van al-Qaeda de aanslag hebben opgeëist.
Er doen zelfs berichten de ronde die ervan uitgaan dat de president Musharraf het brein zou zijn achter de aanslag, ook daar heb ik beeldmateriaal gevonden http://video.google.nl/videoplay?docid=4492083445185288013&q=bhutto+musharraf&total=1448&start=0&num=10&so=0&type=search&plindex=6
In deze video wordt getoond dat Bhutto eind oktober een email geschreven heeft waarin te lezen is dat ; indien haar iets zou overkomen, het wellicht Musharraf is die hierachter zou zitten. Er wordt ook gewezen op het feit dat Bhutto vond dat ze te weinig bescherming kreeg.

Kritische terugblik

Verscheidene niet opgeloste vraagstukken blijven drie dagen na de aanslag onbeantwoord. Waarom? Door wie is dit gepland? Waarom kreeg Bhutto geen betere bescherming[1], zeker nadat eerder al een aanval op haar leven was mislukt? Was president Musharraf al dan niet op de hoogte? Hebben Al-Qaeda en de Taliban dit onderling samen voorbereid en uitgevoerd? Wat gaat er nu gebeuren met de komende verkiezingen? Is er nog een rol weggelegd voor de voortzetting van het gedachtegoed van Bhutto, namelijk de start van een democratiseringsproces en het uitroeien van het geweld?

Wanneer we in wetenschappelijke literatuur graven, zien we dat er volgens Syed Saleem Shahzad wel enige mogelijkheid bestaat dat extremistische groeperingen; meerbepaald al-Qaeda en de Taliban achter de aanslag zouden kunnen zitten.

Uit de gelezen mediaberichten, lijk ik deze weg te volgen. Aangezien de aanslag in Afghanistan door een man werd opgeëist, die beweerde te spreken in naam van al-Qaeda, zijn banden met de Taliban zeker niet uitgesloten.
Bhutto’s houding ten aanzien van terrorisme, het feit dat ze een open land wou maken van Pakistan en een halt wou toeroepen aan extreem geweld, waren allen zaken die een doorn in het oog zijn voor groepen zoals Al-Qaeda en de Taliban.
Binnen dit denkkader is het dus bijna logisch dat zij het grote brein zijn achter de aanslag.
In de politieke context is dit naar mijn mening een gewelddadige zet en een boycot in de transitie naar een democratiseringsproces voor Pakistan, nu de verkiezingen in aantocht zijn.


door Katrijn Van den Abeele.





Geraadpleegde literatuur

Cable News Network (2007, 29 december). U.S. suspects Taliban leader behind Bhutto plot. Geraadpleegd op 29 december 2007 op het World Wide Web: http://edition.cnn.com/2007/WORLD/asiapcf/12/28/bhutto.dhs.alqaeda/index.html?eref=rss_topstories


De Standaard (2007, 28 december). Pakistaanse overheid verdenkt al-Qaeda en Taliban. Geraadpleegd op 29 december 2007 op het World Wide Web:
http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=DMF28122007_001

Knack (2007, 15 augustus). Benazir wil terug. Geraadpleegd op 28 december 2007 op het World Wide Web: http://www.knack.be/archief/index.jsp

Roggio, B. (2007, 27 december). Al Qaeda takes credit for Bhutto assassination. Geraadpleegd op 28 december 2007 op het World Wide Web. http://www.longwarjournal.org/archives/2007/12/al_qaeda_takes_credi.php

Robinson, S. The new odd couple. Time, 170(10)

Shahzad, S.S. (2007, 19 december). Al-Qaeda plays dealbreaker in Pakistan. Geraadpleegd op 27 december 2007 op het World Wide Web: http://www.atimes.com/atimes/South_Asia/IL19Df03.html.


Beeldmateriaal

http://video.google.nl/videoplay?docid=1342258496128545512&q=bhutto+attack&total=377&start=10&num=10&so=0&type=search&plindex=0

http://video.google.nl/videoplay?docid=4492083445185288013&q=bhutto+musharraf&total=1448&start=0&num=10&so=0&type=search&plindex=6

http://video.google.nl/videoplay?docid=6880449064624122588&q=bhutto+frost&total=25&start=0&num=10&so=0&type=search&plindex=0

http://video.google.nl/videoplay?docid=-2653050584356139419&q=bhutto&total=3973&start=20&num=10&so=0&type=search&plindex=9
-

[1]http://video.google.nl/videoplaydocid=1342258496128545512&q=bhutto+attack&total=377&start=10&num=10&so=0&type=search&plindex=0
In dit beeldfragment wordt de vraag gesteld of Bhutto niet méér bescherming kon hebben. Zoals we zien bevindt Bhutto zich heel dicht bij het volk wanneer ze een toespraak houdt. De argumenten van de Pakistaanse minister vind ik nogal schaars. Hij werpt op dat Bhutto altijd graag dichtbij het volk staat. Hier kan ik wel inkomen, maar was een efficiëntere bescherming dan niet mogelijk? Men wist immers dat verscheidene groeperingen haar bij wijze van spreken het liefst ‘zouden villen’, daarbij komt nog eens het feit dat er twee maand eerder al een poging was ondernomen om haar van het leven te beroven. Enig verder onderzoek kan misschien meer duiding brengen.

Al-Qaida: heden en verleden

In “Al-Qaida vijf jaar na 9/11. Vulkaan of veenbrand?” maken Edwin Bakker en Leen Boer een soort evaluatie van de evolutie van Al-Qaida. Ze bespreken hierbij de beeldvorming, organisatie, ideologie, de achterban en het beleid, evenals geboekte successen en gebieden waarop de terreurgroepering heeft gefaald. Verschillende elementen die in dit artikel worden beschreven kon ik in verband brengen met het eerder besproken vermaarde 20-jarenplan. Belangrijk is dat het artikel de nadruk legt op de vele verschillen tussen jihadbewegingen onderling. Dit kan een verklaring vormen voor de onderlinge strubbelingen tussen leden van Al-Qaida en van de Taliban vernoemd in het basisartikel uit Le Monde diplomatique.

In het begin van het artikel wordt beschreven hoe Al-Qaida direct na de aanslagen van 9/11 werd gezien als de grootste bedreiging van veiligheid en vrijheid. De VS hield de wereld een vertekend beeld voor van Al-Qaida als een soort “spectre”, uit op wraak en totale wereldheerschappij. De auteurs maken hier zelfs de vergelijking met James Bond boeken, en getuigen hiermee van hetzelfde scepticisme als de makers van de documentaire “power of nightmares”.

Vervolgens wordt de organisatiestructuur van Al-Qaida belicht. Ook deze komt sterk overeen met wat ik al eerder heb besproken: Al-Qaida is de laatste tijd erg veranderd als gevolg van de militaire acties in Afghanistan en Irak. Het idee dat het een terroristische organisatie is met Bin Laden als kopstuk is ook volgens Bakker en Boer al lang verleden tijd. Zij hebben het over een “schimmig en bijzonder complex fenomeen”, “een los netwerk van netwerken” dat door een ideologie wordt bijeengehouden (2005, september, pp. 419). De vorm en omvang ervan wijzigt voortdurend en de ‘organisatie’ kenmerkt zich door verandering. Vóór de aanval in Afghanistan in november 2001 zou ze nog te vergelijken geweest zijn met traditionele terroristenorganisaties (zoals de IRA) met bases, een hiërarchische structuur en een financieel-economisch netwerk. Maar daar kwam dus met de militaire interventies van de VS verandering in. Het huidige Al-Qaida wordt in dit artikel beschreven als een soort “duinorganisatie”. Het is “los zand dat afhankelijk van wind en bodemgesteldheid ergens terechtkomt en duinen vormt maar net zo makkelijk weer door de wind wordt meegenomen en elders weer neervalt” (Mishal en Rosenthal, 2005, in: Bakker en Boer, 2005, september, pp.420). Hierdoor wordt het netwerk veel ongrijpbaarder. De organisatie zou wel degelijk nog kopstukken hebben (Bin Laden en Al-Zawahiri), maar zou vooral aan elkaar gehouden worden door de ‘Al-Qaida ideologie’. Bakker en Boer hebben het ook over nog een ander fenomeen: tegenwoordig zijn er steeds meer groepjes die uit eigen initiatief terreur zaaien, maar dan wel in de geest van Al-Qaida. Het is dus overduidelijk dat Al-Qaida geen strakke organisatie (meer) is, in geen enkel artikel dat ik heb gelezen wordt over de terroristen als samenhangend hiërarchisch netwerk gesproken. De enige die dat verkondigt en misschien nog gelooft ook is de regering van de Verenigde Staten.

Wat de ideologie van Al-Qaida betreft, wil de beweging terugkeren naar de oorspronkelijke islam door te strijden tegen de ongelovigen. Het Westen en haar steun aan corrupte regimes in moslimlanden ligt aan de oorzaak van de problemen in de moslimwereld. Er zijn twee vijanden; de nabije vijand en de verre. De nabije is de veelvoudig voorkomende corrupte en afvallige moslimheerser en de verre het Westen. De strijd tegen het Westen zou Al-Qaida onderscheiden van nationaal georiënteerde jihadisten, maar in het basisartikel wordt net de nadruk gelegd op het feit dat Al-Qaida zich hier niet genoeg op richt. De strijd tegen de verre vijand zou voor de meeste jihadisten te ver gaan(om tactische redenen). Belangrijk is dat de auteurs hierbij dieper ingaan op de richtingenstrijd onder jihadisten. Deze wordt ook duidelijk in de concrete voorbeelden die in de basistekst worden gegeven van gewapende confrontaties tussen Al-Qaida en de Taliban (maar ook met het andere terreurorganisaties). De auteurs benadrukken dat het vooral gaat om een conflict binnen de islam en dat dit vaak wordt vergeten. Deze visie strookt volledig met de tekst uit Le Monde diplomatique, alhoewel daarin wordt gezegd dat dit een recente tendens is, terwijl hier wordt vernoemd dat deze strijd al tientallen jaren aan de gang is. Hoe het ook zij, er is een gebrek aan eenheid onder jihadisten, te wijten aan verschillen in ideologie en religie (bv soennisme versus sjiisme) maar ook door verschillen van niet-religieuze en niet-ideologische aard.(bv tribale identiteit). Nationale agenda’s spelen een niet onbelangrijke rol in deze discussie. De islamitische jihad is verre van een groot front tegen het westen, zoals Bush ons (en zichzelf) graag doet geloven. Zelfs binnen één organisatie kunnen motieven en doelstellingen erg variëren. Ze zijn het evenmin eens over reikwijdte en doelwitten. Wanneer kan je stellen dat iemand onschuldig is? Wat met het doden van goede moslims?etc. Een van deze discussies is dus die van de nabije en verre vijand tussen de Taliban en Al-Qaida (volgens Shahzad). Er blijken tegenwoordig ook meer en dodelijkere aanslagen te zijn in moslimlanden zelf. Dit kan, volgens de ideeën van Shahzad een uiting zijn van het opkomende takfirisme binnen Al-Qaida, en het kan, in het licht van het 20-jarenplan ook deel zijn van de terreurstrategie (fase1) met name, de VS werd naar ‘moslimterrein’ gelokt en daar nu aangepakt. Daarbij vallen dan natuurlijk onvermijdelijk ook moslimslachtoffers.

Wat de achterban betreft gaat het niet zo goed met Al-Qaida als we zouden denken. Eerdere teksten en beeldmateriaal vernoemden herhaaldelijk dat de visie van Al-Qaida vele gefrustreerde moslims aanspreekt. Dit wijst op succes in fase 2, met name bij het rekruteren van jihadstrijders. Aanslagen van Al-Qaida in moslimlanden schrikken grote delen van deze potentiële achterban echter weer af. De bevolking moet het dus niet hebben dat onschuldige moslims hiervoor worden opgeofferd. 9/11 heeft Al-Qaida bijgevolg niet de massale steun opgeleverd die het voor ogen had en fase 2 heeft in het licht van dit artikel dus als uitkomst “mission failed”. De actieve steun die Al-Qaida dan toch krijgt van een kleine groep komt vooral uit Saoedi-Arabië, Egypte, Marokko en Jemen. Steun aan de Taliban concentreerde zich daarentegen in Afghanistan en in de tribale zones van Pakistan, een geografisch verschil in steun dus voor beide bewegingen. De Taliban pleegt overigens enkel aanslagen in ‘eigen achtertuin’, terwijl Al-Qaida onder andere Europa, Afrika en de VS al onaangename bezoekjes bracht. Dit is eigenlijk een paradox in de stelling dat Al-Qaida zich veeleer op ongelovigen binnen de moslimwereld zou richten dan op het Westen, in tegenstelling tot de Taliban. Dan lijkt het me logischer dat de Taliban de Twin Towers zou viseren. Met de nodige nuance verdwijnt deze tegenstelling natuurlijk: Taliban en Al-Qaida waren toen twee handen op één buik en als de Taliban overgaat tot gewelddadige actie in Afghanistan en Pakistan viseren zij daarmee de aanwezige VS-troepen en Musharraf (wat naar mijn bescheiden mening toch ook wel een takfiristische aanval is).

Al-Qaida slaagde er dus niet in fase 2 succesvol af te ronden door het aantrekken van de grote massa, maar vervreemde die veeleer van zichzelf. Waar ze wel in slaagden, deel van fase 1, was het constant in de media brengen van hun zaak. (als dat niet gebeurt word je snel vergeten). Bakker en Boer hebben het in deze context over de “hinderkracht” van Al-Qaida (2006, september, pp. 422). Al-Qaida is sinds 9/11 het meest gebruikte Arabische woord in de westerse media, terrorisme en islam kwamen voortdurend in het nieuws. Bovendien konden ze de VS naar de moslimwereld lokken, ook een doelstelling van fase 1. Het westen investeert lustig in terrorismebestrijding, 9/11 veroorzaakte indirect grote economische schade en er zijn scheuren ontstaan in de relatie VS-Europa. Een duidelijke verzwakking dus van “het Westen”, iets waar Al-Qaida zeker niet rouwig om zal zijn, gezien de doelstellingen van fase 4 en 5 (het westen verzwakken en de invloed ervan verminderen). Al-Qaida slaagde er echter niet in het Westen tot nu toe significant te verzwakken. Volgens de auteurs zou de terreurbeweging ook het verjagen van westerse troepen in moslimlanden nastreven. Dit spreekt fase 1 van het ingenieuze 7-fasenplan tegen, aangezien het net de bedoeling is het westen te lokken. Dit is eigenlijk ook een beetje vreemd, gezien de VS erin is geslaagd grote delen van Al-Qaida uit te schakelen in Afghanistan en de Taliban van de troon stootte. Was dat dan de bedoeling van de terroristen? De organisatie is nu veel ongrijpbaarder, maar ook veel kleiner door dit verlies aan manschappen. Spreekt dit het bestaan van het plan tegen of gaat het om een berekeninsfoutje? Het verdwijnen van Al-Qaida als organisatie getuigt echter ook van haar aanpassingsvermogen en is dus de facto een verontrustende trend voor het westen. Want zoals al eerder vernoemd, door deze voortdurende veranderingen is het moeilijker de vijand gericht te bestrijden. Het communisme had een duidelijke basis, de Sovjet-Unie. De nieuwe vijand, het terrorisme, wordt misschien wel op dezelfde imperialistische manier aangepakt, maar ‘waar’ moet je het aanpakken, is nog maar de vraag. Dat is bij de Taliban wel veel minder het geval. Er zijn geen harde bewijzen, maar er wordt algemeen verondersteld dat wat nog rest van de Taliban zich verschuilt in de al eerder vernoemde tribale zone in Pakistan, dichtbij de grens met Afghanistan.

Ten slotte hebben de auteurs het over het project van Al-Qaida. De terroristen zouden volgens hen een politieke agenda hebben die religieus gekleurd is. Maar het in de praktijk zetten van deze politiek lijkt hen weinig waarschijnlijk. De politieke incompetentie van Al-Qaida werd al herhaaldelijk vernoemd in verschillende artikels (in tegenstelling tot de Taliban). Ze willen terugkeren naar de grondbeginselen van de islam en dit zal tot een nieuwe glorietijd en tot sociale rechtvaardigheid leiden, maar uitwerken “hoe dit in praktijk bereikt kan worden wordt niet nodig geacht” (Bakker en Boer, 2006, september, pp. 420). Vager kan bijna niet.

Dit artikel bevestigt verschillende eerdere beweringen omtrent Al-Qaida (overdrijving van vijand, desorganisatie, politieke incompetentie) en brengt ook nieuwe elementen aan het licht zoals het feit dat de populariteit van dergelijke terreur toch niet zo groot is als wij hier wel denken. Meestal wordt namelijk de nadruk gelegd op het feit dat vele gefrustreerde jongeren zich aan gesproken voelen en niet op het feit dat ze grotendeels terugkrabbelen door het gedrag van Al-Qaida tegenover de moslimlanden zelf (de vele moslimslachtoffers). Takfirisme blijkt hier dus een hindernis te zijn in het werven van leden.

Hoewel vaak bescheiden, zijn aan de hand van de artikels en het beeldmateriaal toch enkele verschillen tussen Al-Qaida en de Taliban naar boven gekomen, of ruimer gezien, tussen de verschillende jihadbewegingen. Allereerst is dit het verschil in focus op de nabije vijand (takfirisme) of die op het Westen. Al-Qaida opereert ook buiten het Midden-Oosten, wat voor de Taliban niet het geval is, zo lijkt mij. Bovendien kan Al-Qaida tegenwoordig niet meer gezien worden als organisatie en heeft ze geen vaste uitvalsbasis meer. De Taliban daarentegen is geconcentreerd in de grensstreek tussen Pakistan en Afghanistan. Volgens mij moeten deze verschillen echter niet gezien worden als plotse onenigheid en is dit altijd al het geval geweest, gezien de vele variaties in jihadbewegingen en drijfveren en motieven binnen eenzelfde organisatie.

door Tineke Schatteman


Bronnen:

Hoofdartikel: Bakker, E. & Boer, L. (2005, september). Al-Qaida vijf jaar na ‘9/11’ Vulkaan of veenbrand? Internationale Spectator. 60 (9), 419-425. Geraadpleegd op 19 december op http://www.internationalespectator.nl/2006/20060900_is_art_bakker.pdf


Musharbash, Y. (2005, 12 augustus). What Al-Qaida really wants. The future of terrorism. Spiegel Online. Geraadpleegd op 27 november op http://www.spiegel.de/international/0,1518,369448,00.html

Rubin, M. (2002). “Who is responsible for the Taliban?”. Meria. Middle East Review of International Affairs. Geraadpleegd op 5 december op http://meria.idc.ac.il/journal/2002/issue1/jv6n1a1.html


Shahzad, S.S. (2007, juli). Une idéologie messianique, le takfirisme. Le Monde diplomatique. Geraadpleegd op 5 november op http://www.monde-diplomatique.fr/2007/07/SALEEM_SHAHZAD/14907

zaterdag 29 december 2007

Waziristan: still safe haven for al-Qaeda


Syed Saleem Shahzad beschreef dat er een verschil in strategie bestond tussen al-Qaeda en de Taliban waardoor er een afscheiding zou bestaan tussen de twee. Twee korte documentaires van Journeyman Pictures (één van Londens vooraanstaande onafhankelijke distributeur voor nieuwstopics en documentaires) maken volgens mij duidelijk dat er niet echt sprake kan zijn in een scheiding van Taliban en al-Qaeda. Militanten van beide bewegingen en hun aanhangers onder de Waziri’s (plaatselijke bevolking) werken onderling tezamen in de strijd die ze voeren zowel in Afghanistan als Pakistan en dit ook na de bloedige conflicten tussen al-Qaedemilitanten en de Taliban in maart 2007.

Al Qaeda's Safe Haven – Pakistan:
http://www.youtube.com/watch?v=ftoO4GJdipA

In het begin van de eerste documentaire wordt dit conflict besproken. Men geeft echter een andere versie: het zou gaan om conflicten tussen de Waziri’s en buitenlandse al-Qaedamilitanten die deel uitmaken van de Islamitische beweging van Oezbekistan. De Pakistaanse regering claimt dat dit het gevolg is van de vredesonderhandelingen met de Waziri’s en de Taliban o.a. in september 2006. Onderdeel van deze afspraken was dat de buitenlandse militanten moesten verdreven worden uit Waziristan en in ruil daarvoor stopte de Pakistaanse overheid met acties in de regio.
Men toont echter een stamhoofd die meer uitleg geeft over de oorzaak van de bloedige gevechten die enkele weken aansleepten. Stamhoofden en de plaatselijke bevolking begonnen zich af te zetten tegen de Oezbeken vanwege hun houding. De Oezbeken gedroegen zich als gangsters. Blijkbaar zouden ze Waziri’s doden wanneer deze niet instonden of weigerden te zorgen voor onderdak, eten en betalen voor bescherming. De Pakistaanse overheid zou de totale controle over het gebied verloren zijn en zouden er nog verscheidene botsingen tussen Pakistaanse veiligheidsdiensten, die zich verschuilen in hun kazernes, en al-Qaeda en Talibanstrijders plaats vinden.
Bovendien ziet men in recente video’s op verscheidene mediasites zoals YouTube verschillende malen Taliban en al-Qaedamilitanten de naam van Osama Bin Laden en Mullah Omar scanderen. Ook Mullah Dadullah maakte volgens deze documenatire in een speech voor honderden potentiële zelfmoordenaars duidelijk dat hij nog steeds Osama Bin Laden steunt in zijn strijd tegen het Westen. Ook al ligt zijn missie in het aanvallen van de NAVO-troepen en het omverwerpen van het huidige Afghaanse regime. De Afghaanse regering is, vanwege haar bondgenootschap met de Westerse mogendheden, eveneens een ongelovige en moet bestreden worden zodat er een echte Islamitische Staat kan gevestigd worden: een Islamitisch Emiraat van Afghanistan.
Volgens Mullah Dadullah zijn de tactieken identiek en dit is o.a. het plegen van zelfmoordaanslagen. Met andere woorden, buitenlandse strijders (meestal al-Qaedamilitanten- zijn nog altijd welkom in Afghanistan. Waziristan, één van de uitvalsbasissen van de Taliban, is dus nog steeds een veilig onderkomen voor alle moslimstrijders in hun strijd tegen het Westen. Zoals ook eerder beschreven (Splitting the troops) ziet de nieuwe Taliban zich als een onderdeel van de ‘global jihad’.

In plaats van conflicten tussen de Taliban en al-Qaede omwille van strategie zou het dus , volgens deze berichtgeving, waarschijnlijk gaan om vijandelijkheden tussen de inwoners van Waziristan en buitenlandse militanten van Taliban en al-Qaeda. De Waziri’s zijn het beu om zich onveilig te voelen en afgeperst te worden door buitenlandse strijders. Eerder hadden we ook al vermeld dat het waarschijnlijk ging om een machtsstrijd tussen gezaghebbende personen binnen de Taliban en al-Qaeda zelf. Er zullen waarschijnlijk verschillende oorzaken aan de basis liggen van de verscheidene conflicten waar ook de pers alleen maar kan gissen naar de ware toedracht. Het is immers moeilijk om als buitenstaander (niet afkomstig uit Waziristan) aan journalistiek te doen in de regio en objectieve berichtgeving te verkrijgen.
Wat men wel zeker is dat Waziristan nog altijd een veilig onderkomen biedt, zowel voor de Taliban als al-Qaeda. Men toont verscheidene rekruteringsfilmpjes die moslims van over de hele wereld vraagt om mee te helpen in de strijd tegen het Westen. Ook belangrijke personen binnen al-Qaeda vinden nog steeds hun weg naar de regio. Dit spreekt dus de berichten tegen waarin men stelt dat al-Qaeda eerder uitwijkt naar Irak, waar het gemakkelijker zou zijn om hoofdkwartieren op te zetten en verder te strijden tegen alle ongelovigen.

Taliban II: The Revival
http://www.youtube.com/watch?v=su9G_Te_3xI

Het einde van de eerste documentaire en de tweede documentaire maken duidelijk dat de (nieuwe) Taliban al-Qaeda, in zijn strijd tegen de Pakistaanse regering, nog altijd niet heeft laten vallen. Ze proberen nog altijd de controle te verkrijgen of te handhaven in Waziristan. Met andere woorden, de Taliban steunt al-Qaeda nog steeds in het handhaven van het Islamitische Emiraat van Wazirsitan.
Pakistaanse lokale overheden en veiligheidsmachten hebben in de grote delen van de regio de controle moeten overlaten aan de Taliban en al-Qaedamilitanten. In andere delen vechten ze nog dag na dag om hun administratie te kunnen laten werken. Men zet een parallelle administratie op het getouw die handelt volgens de wetten van Islam: een strenge versie van sharia werd ingevoerd, een eigen strafrechtelijk systeem… Zo zien we in de tweede documentaire mensen opgehangen op straat wegens beschuldigingen van diefstal. De Waziri’s worden beïnvloed door de Taliban om zich af te zetten tegen de Pakistaanse overheid. In grote delen lukt dit. Mensen steunen op de Taliban voor hun dagdagelijkse problemen. Pakistan weet dat het de steun van de plaatselijke stamhoofden nodig heeft om terug een basis te krijgen onder de bevolking. We zien dan ook weer videofragmenten dat de lokale bevolking een zekere afkeer heeft voor de Taliban en al-Qaeda vanwege de talloze aanslagen tegen de overheid waarbij burgerslachtoffers vallen. De laatste reportage toont echter dat de Taliban en al-Qaeda iedereen vermoorden die toenadering zoekt tot samenwerking met de overheid. Om rust, orde en veiligheid te verkrijgen kan men waarschijnlijk besluiten dat de Waziri zich wenden tot de Taliban, of dit nu uit eigen (ideologische wil is of niet).
Alleszins heeft de Taliban en al-Qaeda de strijd tegen het Westerse gezinde Pakistaanse regime nog niet opgegeven. Conflicten binnen en tussen de bewegingen zullen eerder om macht draaien dan dat het een verschil zal zijn in ideolgische activiteiten of strategie. Men ziet echter dat men snel zijn agenda’s op elkaar afstemt of dat men elkaar steunt in het bereiken van elkaars doel. Vredesondehandelingen tussen de Taliban en Pakistan doen daar waarschijnlijk niet veel toe. Als er al conflicten zijn zal het mijn inziens met de plaatselijke bevolking zijn die het dagelijks bloedvergieten en onrecht niet meer aankunnen.


door Jorn Brewaeys.

vrijdag 28 december 2007

Splitting the troops

We weten dat de VS en haar bondgenoten al geruime tijd jacht maken op Bin Laden sinds 9/11. Ze achtten de Taliban verantwoordelijk voor het ‘huisvesten’ van Bin Laden en al-Qaedagroeperingen in Afghanistan. Sinds de Taliban verdreven zijn uit Kaboel proberen ze terug voet aan grond te krijgen in Afghanistan. Het is een proces dat gepaard gaat met ups en downs en met hulp van al-Qaeda-elementen wordt gevoed. Vooral in het zuidwesten van Afghanistan, de grens met Waziristan, hebben ze de controle verkregen.
In de basistekst (voor deze blog) van Syed Saleem Shahzad hebben we gezien echter dat de Taliban meer en meer de politieke weg opgaat tegen de wil van al-Qaedastrijders. Ze zoeken toenadering tot het politieke systeem en dit doordat men merkt dat een strijd tegen de Westerse troepen meer schade teweeg brengt dan vooruitgang. Alhoewel, dit geldt enkel voor de Pakistaanse zijde. In plaats van energie te stoppen in het destabiliseren van Pakistan, moet volgens Mullah Dadullah (zie foto), één van de vooraanstaande Talibanleiders, worden gefocust op de Jihad in Afghanistan tegen de buitenlandse NAVO-troepen.





Mullah Dadullah was een zeer belangrijk militair leider van de Taliban. Hij werd in mei dit jaar gedood bij gevechten met Afghaanse militairen.

Sinds een aantal jaren proberen de VS, Pakistan, Afghanistan en hun bondgenoten de Taliban en al-Qaeda los te krijgen van elkaar. Om inzicht te verwerven in de ontaardde spanningen in Waziristan dienen we de context en de aanloop nader te schetsen.



Eind 2003 werd er een militaire operatie op touw gezet door de Pakistaanse regering die in eerste plaats gericht was tegen de aanwezigheid van al-Qaeda op Waziristaans grondgebied. Hierbij werden verscheidene basissen die functioneerden als trainingskampen vernietigd. Men kan dit zien als een verlies aan slagkracht, maar men moet ook de keerzijde van de medaille durven in de ogen kijken; meerbepaald dat hierdoor ook de haat en wraak jegens de Pakistaanse slagkrachten nog meer wordt aangewakkerd. Dit kader, gaf aanleiding aan al-Qaeda om de Takfiri en anti-establishment ideologieën te verspreiden bij de lokale stammen. Het gevolg was dat ook de Pakistaanse Taliban vervuld geraakte met de takfiri-ideologie.

De rol van Mullah Dadullah is hier opmerkelijk. Zijn opzet bestond eruit een brug te creëren tussen de Pakistaanse Taliban en de Pakistaanse gevestigde orde. Er werd aan tafel gezeten met beide groepen en het kwam tot een akkoord voor de twee Waziristans. De doelstellingen van Pakistan zijn glashelder; ze wilden geen aankweek van elementen die de gevestigde Pakistaanse orde zouden kunnen aantasten. In september 2006 heeft Pakistan een vredesbestand afgesloten met de Taliban en de Pakistaanse Taliban (tegen de wil van de VS in). Met het vredesbestand probeert de Pakistan terug voet aan wal te krijgen in de regio. In plaats van een regime die goede Indiaanse connecties onderhoudt wil Pakistan een Afghanistan met een pro-Pakistaans regime. En dit tracht men te bereiken door de Taliban te ondersteunen om zo in de toekomst een regime te krijgen dat in de pas loopt van Pakistan. We hebben echter in het verleden gezien wat dit teweeggebracht heeft.

Bovendien hoopte Pakistan dat, wanneer Mullah Dadullah terrein wint bij de plaatselijke stamhoofden en Talibanleiders, Mullah Omar (Talibans oppercommandant) niet anders kon dan deze strategie te volgen. Verschillende krachtige Talibanleiders betuigden hun steun aan de Pakistaanse regering, waarin de Moslimstaat met een Moslimleger centraal staat. In ruil daarvoor moest Pakistan de regio Waziristan onder controle laten van de plaatselijke warlords en de Pakistaanse Taliban. Tevens zouden een groot aantal al-Qaeda- en Talibanstrijders vrijgelaten worden door Pakistan. In de plaats zou de Pakistaanse overheid niet meer aangevallen worden door al-Qaeda en de Taliban. Dit druist echter in tegen het uitgangspunt van het Takfirisme. De Jihad die gekeerd is tegen elke ongelovige en dan zeker en vast tegen de moslims die de ware Islam niet volgen: m.a.w. de Pakistaanse overheid en de Afghaanse overheid. Tegenwoordig gaan in Talibankringen meer en meer stemmen op om via een meer realistische en resultaatsgerichte vorm te werk te gaan en zich enkel te focussen op het verdrijven van de NAVO-troepen uit Afghanistan. Dit terwijl Oezbeekse al-Qaeda gelinkte militanten in Zuid- en Noord-Waziristan geloven in een ‘global war’ tegen de NAVO en zijn bondgenoten, zoals de Pakistaanse regering. [1]

Niet alleen al-Qaedastrijders maar ook een klein aantal Talibanleiders zijn gekant tegen samenwerking met Pakistan. Ze vrezen dat dit op termijn meer in het voordeel zal uitdraaien van de Pakistaanse politiek mede vergezeld door het strategisch beleid voor meer greep in de regio. En dat de Taliban zelf er eigenlijk weinig baat bij zal hebben. Bovendien vrezen enkele Talibanleiders ervoor dat ze van hun machtspositie zullen worden verstoten en dat ze van het toneel zullen verdwijnen. Is het dus niet meer een machtsstrijd tussen hooggeplaatste Taliban- en al-Qaedaleiders?
Het bleef niet bij een tegenstelling van verschillende visies: ook in de praktijk was deze spanning ontaardt. Met als gevolg dat er gevechten plaatsvonden, tussen al-Qaeda en de Taliban, in maart 2007, in het Zuidelijk gedeelte van Waziristan. Vele leiders van de Taliban verdwenen quasi van het toneel en werden naar de achtergrond verschoven. Het was Mullah Nazir, een man die tot kort daarvoor helemaal geen prominent figuur was, die op de voorgrond kwam te staan. Hij werd de meest vooraanstaande Talibanleider in Zuid-Waziristan. Het was deze man die de opdracht gaf tot de recente slachting van Takfiri [2] en aan Al-Qaeda gerelateerde Oezbeken die tegen het huidige Pakistaans gezag gekant waren. Bovendien hervestigde hij een rigide versie van de sharia in Zuid-Waziristan, ongehinderd door de Pakistaanse overheid, waardoor hij verregaande gezag verkreeg in de regio. Daardoor kreeg zijn oproep om de Pakistaanse troepen niet aan te vallen grote bijval.

Het zijn deze ontwikkelingen, inclusief de infiltratie van het pro-Pakistaanse regime in de manschappen van de Taliban, die een einde gesteld hebben aan de effectieve operaties die al-Qaeda in Pakistan uitvoerde. Hun ideologie bleek niet langer werkbaar in Waziristan. Al-Qaeda leiders voelden zelf aan dat het tijd was om uit Waziristan weg te trekken en het zorgden er voor dat al-Qaedahoofdkwartieren verplaatst werden naar Irak. Men voelde er niets voor om te fungeren als soldaten die zouden vechten onder het regime van de Taliban. Want Al-Qaeda wilde zich niet beperken in een enkele strijd tegen de Coalition-forces. Ze zagen zichzelf als strijders die een veel bredere strategie hanteren met als doel de strijd tegen alle ongelovigen.

Toch, de dood van Mullah Dadullah en andere vooraanstaande commandanten binnen de Taliban door de NAVO-troepen, brachten Mullah Omar voor een patstelling door een gebrek aan leiders. Hij stelde verschillende richtlijnen op. Eén daarvan was dat cultfiguren als Dadullah in de toekomst moesten vermeden worden omdat ze enkel schade toebrachten aan de Taliban. Banden met al-Qaeda waren voordien terug aangescherpt, alhoewel ze nooit helemaal verdwenen waren.
Bovendien schaarde al-Qaeda zich achter het offensief van de Taliban om een Islamitisch Emiraat van Afghanistan te vestigen en de Afghaanse Taliban bevestigde zijn steun in het verdedigen van het Islamitische Emiraat van Waziristan.

“Al-Qaeda will continue to nurture the neo-Taliban, and the establishment of the Islamic emirates, announced by Baitullah but prompted by al-Qaeda, is an effective buffer against any Washington-backed bids to initiate peace dialogue with Taliban commanders.”

Pakistan deed reeds vele inspanningen om al-Qaeda en de Taliban uiteen te trekken. Soms met enig, soms met helemaal geen succes. Voorbeelden van een zekere split tussen de twee groepen zijn duidelijk terug te vinden in het niet op dezelfde golflengte zitten qua strategie met als gevolg dat vele al-Qaeda leiders zijn weggetrokken uit de gebieden in Waziristan. Een 2e mooi voorbeeld is het bloedbad dat werd aangericht door Pakistaanse Talibanaanhangers en dat het leven heeft gekost van vele Oezbeekse militairen. Toch ziet men nu dat beide groepen, zij aan zij vechten tegen de Pakistaanse gewapende krachten. Immers, verschillende aanvallen van zowel Pakistan als de NAVO in Waziristan zorgden voor vele slachtoffers, zowel onder de bevolking als onder Taliban- en al-Qaedamilitanten
Men mag ook niet vergeten dat bijvoorbeeld de trainingskampen van al-Qaeda eveneens talrijke Pakistaanse jihadi’s hebben opgeleid. Deze Pakistanen waren gereorganiseerd in de al-Qaeda kampen in Waziristan. Dit heeft de geboorte ingeleid van een nieuwe Taliban, dat sterk verschilt met de voorgaande. De Neo-Taliban staat heel sterk achter al-Qaeda en zal zeker niet, ook al zou de Pakistaanse regering dit maar al te graag bewerkstelligen, een complete isolatie van de al-Qaeda groepering verwezenlijken.

Daarbij kwam de aangekondigde samenwerking in september tussen de president van Pakistan, Musharraf, en zijn oppositieleidster Bhutto met zicht op verdere democratische verkiezingen. Al-Qaeda en de Pakistaanse Taliban zagen dit als een bedreiging voor de overleving van het Islamitische Emiraat van Waziristan. Als antwoord verschenen niet alleen al-Qaeda en de Pakistaanse Taliban, maar ook de Afghaanse Taliban en zelf een belangrijk deel van Pakistaanse veiligheidsdiensten ten tonele “to nip the evil in bud”.
Bovendien zijn er verschillende bronnen die bevestigen dat de verscheidene Talibangroeperingen, zowel Afghaanse en Pakistaanse, al-Qaeda, Oezbeekse militanten en andere islamistische bewegingen terug een front vormen tegen het Pakistaanse regime. Samen hebben ze één agenda: Pakistan zuiveren van Westerse elementen en het islamitische militaire regime blijven bekampen tot het de ‘War on Terror’ opgeeft. De aanslagen van een paar maanden geleden op Bhutto en de dood van haar gisteren, kan men misschien wel in deze context plaatsen.


(http://news.bbc.co.uk)

Uit dit alles kunnen we besluiten dat er inderdaad machtsintriges zijn binnen en tussen de Taliban en al-Qaeda groeperingen en dat er uiteraard verschillen zijn in strategie maar niet in ideologie. Het doel is niet alleen Westerse mogendheden wegzuiveren uit een Moslimland maar een puur Islamitische Staat vestigen.

door Jorn Brewaeys en Katrijn Van den Abeele.

Geraadpleegde literatuur:

- Syed Saleem Shahzad (2007, 1 maart), “Pakistan makes a deal with the Taliban”, Asian Times Online, Geraadpleegd op 20 december 2007, http://www.atimes.com/atimes/South_Asia/IC01Df03.html.
- Bill Rogio (2007, 21 maart), “Red-on-red in Waziristan”, The Long War Journal, Geraadpleegd op 20 december 2007,
http://www.longwarjournal.org/archives/2007/03/redonred_in_wazirist.php
- Nieuwsredactie BBC (2007, 21 maart), “Pakistan rebel clash 'kills 100'”, BBC NEWS,
Geraadpleegd op 28 december 2007,
http://news.bbc.co.uk/2/hi/south_asia/6474627.stm
- Bill Rogio (2007, 22 maart), “Day three of the Waziristan infighting”, The Long War Journal, Geraadpleegd op 26 december 2007,
http://www.longwarjournal.org/archives/2007/03/day_three_of_the_waz.php
- Hassan Abbas (2007, mei), “A new face for the Taliban”, Asian Times Online, Geraadpleegd op 26 december 2007,
http://www.atimes.com/atimes/South_Asia/IE24Df02.html
- Syed Saleem Shahzad (2007, 11 augustus), “Taliban a step ahead of US assault”, Asian Times Online, Geraadpleegd op 26 december 2007,
http://www.atimes.com/atimes/South_Asia/IH11Df01.html
- Syed Saleem Shahzad (2007, 6 september), “Jihadis strike back at Pakistan”, Asian Times Online, Geraadpleegd op 28 december 2007,
http://www.atimes.com/atimes/South_Asia/II06Df02.html






[1] Er is, sinds enkele tijd, weer enig video- en audiomateriaal opgedoken waarop Bin Laden te zien is. Hij heeft zich steeds uitgesproken tegen de Westerse wereld, maar in recente geluidsopnamen is te horen dat hij wil vechten tegen Musharraf en zijn leger. Het is een breuk met vroegere opvattingen die door Bin Laden publiek werden gemaakt. Tot dan toe hadden Bin Laden en ook Mullah Omar zich altijd tegen verzet om bepaalde opstand aan te gaan met Pakistan.
Hoewel dit kaliber boodschappen feitelijk onmiddellijk werd verworpen door Pakistan, was er toch enige vrees en werd zelf een gezamenlijke strategie bedacht door Pakistan en Saoedi-Arabië. Pakistan (Islamabad) is namelijk zo ongerust over de laatste ontwikkelingen dat het Saoedi-Arabië vroeg om er eveneens voor te zorgen dat al-Qaeda komaf zou maken met de anti-establishment politiek.

[2] Al-Qaeda is de laatste jaren in een proces van ideologisch en strategisch debat verwikkeld geraakt. Onder andere met de extremistische takfiri’s. Zie randinfo: Takfirisme.