Inleiding

Met deze blog willen we verder ingaan op het artikel verschenen in Le Monde Diplomatique door Syed Saleem Shahzad: “Deux stratégies islamistes qui s’opposent. Al-Qaida contre les talibans". Hij geeft een aantal elementen aan dat er tussen de verschillende soennitische politieke (islamistische) bewegingen een breuk begint te ontstaan. Namelijk tussen de nationalistische islamisten (de Taliban en de verscheidene verzetsgroeperingen in Irak) en Al-Qaeda. De nationalistische bewegingen willen immers eerst en vooral een Afghanistan en een Irak dat niet bezet wordt door Westerse mogendheden. Al-Qaeda bestaat dan vooral uit verschillende Arabische strijders die het Takfirisme aanhangen. Die zien dan vooral de niet-praktiserende moslims (zoals o.a. de Pakistaanse overheid) en de Sjiieten als de eerste vijand van een puur Islamitische staat. De eerste omdat zij de Vijand (het Westen) helpen in hun strijd tegen een Islamitische staat, de tweede groep omdat zij een afvallige visie van de Islam aanhangen. De Taliban (en de verzetsbewegingen in Irak) vinden echter dat door de talloze zelfmoordaanslagen, het sektarische geweld (tegen de Sjiieten en andere niet-Soennitische Arabieren) en de strijd tegen de Pakistaanse overheid Al-Qaeda de strijd tegen de Westerse mogendheden uit het oog veliest en hun droom van een vrij Afghanistan (en Irak) in het gedrang brengt. We zullen door het analyseren van de verscheidene literatuur- en mediabronnen proberen te achterhalen of we deze stelling kunnen bijtreden of juist zullen ontkrachten.

Het bewuste artikel is terug te vinden op dit adres: http://www.monde-diplomatique.fr/2007/07/SHAHZAD/14902.

De geografische spreiding van de twee belangrijkste islamstromingen.

De geografische spreiding van de twee belangrijkste islamstromingen.

maandag 31 december 2007

Inside Al Qaeda

In deze bijdrage worden 2 videofragmenten besproken die elk een aspect van Al Qaeda belichten. Het eerste fragment bekijkt de rol van de tribale grensregio in Pakistan als safe haven voor Al Qaeda-strijders en in het tweede fragment wordt er aandacht besteed aan de ideologie achter de beweging Al Qaeda.

Inside Al Qaeda

http://www.youtube.com/watch?v=zUUUS_wRKLo

Het onherbergzame gebied aan de grens van Pakistan met Afghanistan is een regio waar zich, volgens velen, het kloppend hart van extremistische Islamitische groeperingen bevindt. In een korte documentaire van National Geographic gaat men in op de rol die deze regio speelt in de wereldwijde Jihad die Al Qaeda voorop stelt. Er wordt gesteld dat er zich in deze regio meerdere trainingskampen bevinden van Al Qaeda. Trainingskampen die zijn opgericht onder leiding van Ossama Bin Laden en Al Zawahiri. Volgens een Pakistaanse militaire officier kunnen leden van Al Qaeda echter onmogelijk Pakistan illegaal binnendringen. Amerikaanse officials spreken dit tegen. Volgens hen is het zeer goed mogelijk om de grens met Pakistan over te steken zonder opgemerkt te worden door Pakistaanse autoriteiten. Van Amerikaanse zijde is men er van overtuigd dat dit gebied een safe haven is voor Bin Laden en andere leidinggevende figuren binnen Al Qaeda.

Extremistische Islamitische groeperingen in de regio als de Jamaat Ulama-e Islam zien het bovendien als een verplichting om de strijders van Al Qaeda te ontvangen. Het is volgens hen hun plicht als moslim om hun vrienden te beschermen tegen de vijand. Deze tribale grensregio zou ook een belangrijke rol spelen bij de bewapening van Al Qaeda. In de documentaire zien we hoe men tewerk gaat in een kleine wapenfabriek waarbij men Amerikaanse wapens kopieert. Men gelooft dat deze wapens terecht komen in de handen van Al Qaeda waar ze gebruikt worden om Amerikaanse doelwitten aan te vallen over de grens.

Het lijkt er, als we ons baseren op deze korte documentaire, dus op dat Al Qaeda wel degelijk opereert vanuit de tribale grensstreek tussen Pakistan en Afghanistan. In deze documentaire wordt geen gewag gemaakt van strijd tussen de stammen en buitenlandse Al Qaeda strijders alhoewel in andere documentaires wel sprake was van dergelijke conflicten (zie hiervoor reeds gepubliceerde videofragmenten op deze blog). Hoe dan ook, het lijkt er wel op dat de tribale regio in Pakistan nog steeds strijders van Al Qaeda herbergt. Het feit dat de Pakistaanse Taliban daar de plak zwaait lijkt er op te wijzen dat de aanwezigheid van onder meer Al Qaeda-trainingskampen getolereerd wordt door de Taliban.

Jihad- The men and ideas behind Al Qaeda

http://www.youtube.com/watch?v=1TDh78tQJTE

Dat er wel ideologische verschilpunten zijn tussen Al Qaeda en de Taliban toont een andere documentaire enigszins aan. In het laatste deel van deze documentaire wordt ingegaan op de denkbeelden die schuilgaan achter Al Qaeda. Het centrale idee lijkt takfirisme te zijn, iets waar op deze blog al eerder is ingegaan. Het is niet altijd even duidelijk wat dit schimmige begrip juist inhoudt maar de voornaamste gedachte is dat er een tweedeling is tussen de echte gelovigen en de niet-praktiserende gelovigen of ongelovigen. Diegene die het takfirisme aanhangen menen het recht in eigen handen te mogen nemen om de ongelovigen op het rechte pad te brengen of zelfs in koelen bloede te mogen vermoorden. Deze zienswijze werd bij het ontstaan van Al Qaeda gepredikt door figuren als Al Zawahiri en opgepikt door onder meer Osama Bin Laden.

Alhoewel takfirisme ook reeds in bepaalde Taliban-kringen is binnengedrongen lijkt dit toch nog steeds een begrip dat vooral binnen de denkwijze van Al Qaeda prominent aanwezig is. Vanuit dit begrip wordt de wereldwijde Jihad tegen alle ongelovigen verantwoord door Al Qaeda. In vorige bijdragen op deze blog is het al aangehaald: het voornaamste objectief van de Taliban lijkt daarentegen de terugtrekking van de Amerikaanse en NAVO-troepen te zijn uit Afghanistan en terug een Islamitische regering installeren in Kaboel. Een Jihad tegen alle ongelovige moslims lijkt minder hoog op hun agenda te staan. Het verschil in doelen tussen Al Qaeda en de Taliban lijkt de rode draad te worden bij de bijdragen op deze blog. Ondanks de verschillende objectieven van beide bewegingen kunnen we vooralsnog echter niet spreken van een openlijk conflict tussen beide Islamitische bewegingen. Wanneer er conflicten gemeld worden zoals deze in Waziristan lijkt het vooral te gaan om plaatselijke stammenleiders die geen genoegen nemen met de brutale werkwijze van buitenlandse militanten die in de streek verblijven. Zolang een samenwerking hun doelen heiligt zullen zowel Al Qaeda als de Taliban waarschijnlijk eerder geneigd zijn om samen te werken in hun strijd dan elkaar tegen te werken.

Tot slot wil ik wel nog eens benadrukken dat de bevindingen die ik hier heb geponeerd niet moeten beschouwd worden als vaststaande waarheden of feiten. Integendeel, de stellingen die hier geponeerd worden staan steeds open voor discussie.


door Sam Apers

Neo-Taliban en Al Qaeda: de banden verstevigd?

Eén van de centrale vragen die we op deze blog trachten te behandelen is of er sprake is van een conflict tussen de Taliban en Al Qaeda. Volgens sommigen zoals Shahzad is er wel degelijk sprake van een tweespalt tussen deze twee extreem Islamitische groeperingen. In wat volgt zal aan de hand van een aantal bijdragen die verschenen op de site The Long War Journal onderzocht worden of er feiten zijn die de stelling van Shahzad ondersteunen of tegenspreken.

In oktober 2007 verscheen er een ‘artikel’ op de site The Long War Journal waarin Bill Roggio rapporteerde over de jacht die zowel de VS als de Afghaanse regeringstroepen maakten op Siraj Haqqani, de zoon van de invloedrijke Taliban-leider en voormalige minister van Defensie, Jalaluddin Haqqani. Siraj Haqqani werd verondersteld een van de meest belangrijke leiders te zijn van de opstandelingen in Oost-Afghanistan. Hij zou de leidende rol op zich nemen in de strijd voor een Islamitische Republiek in Afghanistan.

Siraj Haqqani wordt beschouwd als één van de gevaarlijkste opstandelingenleiders in Afghanistan niet alleen omwille van zijn banden met de Afghaanse Taliban maar ook omwille van zijn connecties met centrale leiders binnen Al Qaeda. Volgens Luitenant-Kolonel Dave Anders van de strijdmacht CJTF-82 (Combined Joint Task Force-82), die de militaire operaties coördineert in het oosten van Afghanistan, maakt Siraj Haqqani deel uit van een jongere generatie Taliban-leiders die op een meer agressieve manier te werk gaan en die oudere Taliban-leiders opzij schuiven. Volgens Anders is het Haqqani-netwerk momenteel in handen van Siraj en wordt dit netwerk steeds gewelddadiger. Volgens enkelen zou hij zelfs een rivaal zijn van Mullah Omar voor het leiderschap van de Taliban-beweging.

De groeiende macht van Haqqani zou er ook voor zorgen dat meer buitenlandse strijders uit Oezbekistan, Turkije en andere landen uit het Midden-Oosten naar Afghanistan trekken om Haqqani bij te staan in zijn strijd. Volgens Majoor Chris Belchner, woordvoerder van CJTF-82, illustreert dit de groeiende trend van internationalisering van de Afghaanse jihad. Er zou ook meer en meer gebruik gemaakt worden van brutale methodes zoals zelfmoordaanslagen, iets wat vroeger minder het geval was.

Deze trend tot meer brutale strijdmiddelen wordt bevestigd door een ander artikel waarbij melding wordt gemaakt van een stijgend aantal zelfmoordaanslagen in Pakistan door zowel leden van Al Qaeda als de Taliban. Deze aanslagen zijn vooral gericht op plaatsen waar nucleair materiaal wordt opgeslagen. Zo zijn er al verschillende aanslagen gepleegd op de basis van de luchtmacht in Sargodha waarvan er verondersteld wordt dat er nucleair capabele F-16 gevechtsvliegtuigen opgesteld staan. Deze aanslagen waren vooral gericht op officieren en nieuwe rekruten van het Pakistaanse leger. Het doel van deze aanslagen van Al Qaeda en de Taliban kan tweeledig zijn: enerzijds wil men officieren en hun verwanten die de Islamisten niet steunen intimideren en anderzijds zou men de militaire capaciteit van Pakistan om nucleaire opslagplaatsen te verdedigen schade kunnen toebrengen. Ondertussen maakt men zich in het Westen (lees: vooral de VS) ernstig zorgen over deze ontwikkelingen. De vrees dat de Taliban of Al Qaeda toegang zou kunnen krijgen tot nucleair materiaal wordt steeds groter.

Deze twee voorgaande artikels (in feite zijn het eerder blogs op de website van Bill Roggio) zouden kunnen aantonen dat er momenteel weinig sprake is van een tweespalt tussen Al Qaeda en de Taliban. Er zou immers een nieuwe generatie Taliban-strijders op het voorplan treden die maar wat graag samenwerken met Al Qaeda en hun methodes gaan overnemen. Het is immers opvallend hoe Roggio het steeds heeft over Al Qaeda én de Taliban wanneer hij het over de aanslagen op de nucleaire sites in Pakistan heeft. Hiernaast is er ook de blijkbaar stijgende invloed van jonge leiders als Siraj Haqqani die meer macht verwerven binnen de Taliban en die de banden met Al Qaeda meer en meer aanhalen.

Men kan hier echter enkele kanttekeningen bij plaatsen. Eerst en vooral zijn de twee bijdragen die hier besproken zijn van de hand van één en dezelfde man, Bill Roggio. Deze man is Amerikaan en heeft zelf nog dienst gedaan in het Amerikaanse leger. Zijn verslaggeving zou dus wel enigszins gekleurd kunnen zijn. In de VS heeft men soms de neiging om Al Qaeda en Taliban op een zelfde hoop te gooien.Toch lijkt men te kunnen vaststellen dat er inderdaad sprake zou kunnen zijn van een neo-Taliban, iets wat op deze blog al is aangehaald. Deze neo-Taliban zou sterke banden hebben met Al Qaeda en dezelfde methodes hanteren in hun strijd. Dit spreekt enigszins de stellingen van Shahzad tegen.
Het lijkt echter moeilijk om een éénduidige conclusie te trekken. Al Qaeda is een zeer versnipperde beweging en ook binnen de Taliban zijn er dus verschillende tendensen aanwezig. Beiden lijken vanuit eenzelfde ideologie te vertrekken en lijken ook steeds meer dezelfde methodes te hanteren maar de politieke doelen willen wel al eens verschillen.


door Sam Apers

Bronnen:

ROGGIO, B. Targeting Taliban commander Siraj Haqqani The Long War Journal (20 oktober 2007) geraadpleegd op http://www.longwarjournal.org/archives/2007/10/targeting_taliban_co.php op 28 december 2007

ROGGIO, B. Al Qaeda, Taliban targeting Pakistani nuclear sites The Long War Journal (11 december 2007) geraadpleegd op http://www.longwarjournal.org/archives/2007/12/al_qaeda_taliban_tar.php op 29 december 2007

Taliban groeien uit tot regionale beweging In: De Standaard (26 oktober 2006) geraadpleegd op http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=G4A13C73H&word=taliban# op 28 december 2007

Het naar elkaar toegroeien van de Taliban en al Qaeda: een korte historische schets

Het basisartikel dat fungeert als basis voor deze blog is “understanding the Taliban and Insurgency in Afghanistan” (Johnson & Mason, 2007) en het boek van Ahmed Rashid:
“Taliban” (2001).

Radicalisering
De Taliban in Afghanistan had, als politieke beweging in de Islamitische wereld, sinds het neerslaan van het communistisch regime in Kabul, bij sommige leden van de bevolking de hoop doen aanwakkeren dat de Taliban een groep koranstudenten was die de vrede in Afghanistan terug zouden bewerkstelligen, niets was minder waar. Rashid wijst erop dat de Taliban ervoor gezorgd hebben dat er een nieuwe impuls werd gegeven aan het radicalisme van de islam (Rashid, 2001, p. 22-23). Zo werd er een strenge interpretatie van de sharia ingevoerd waarbij televisie, sport, vrouwenscholen enz. werden verbannen naar een afgesloten hoofdstuk (Rashid, 2001, p. 54).

Radicalisering-oorlogsvoering-verschansing
De oorlog in Afghanistan wordt door Johnson & Mason (2007, p.88) gezien als een strijd waarbij de krachten van de Taliban een tegengewicht vormen tegen de democratie die men wil vestigen. De Taliban staan heel sterk in Afghanistan, dat is een vaststaand feit. De Taliban heeft verschillende voordelen, waarover de V.S. niet beschikken. Zo kennen zij de cultuur, de taal en stammenhiërarchieën. Eveneens beschikken ze over ruime levering van rekruten en wapens en de mogelijkheid zich te verbergen in bergachtig terrein.
De sleutel tot succes of mislukking in Afghanistan is volgens de auteurs afhankelijk van Noord-Pakistan. President Musharraf speelt een dubieuze rol, hij lijkt de weg van de VS te volgen in de “war on terror”, maar anderzijds is er binnen zijn eigen land een volledige zone (Noord- en Zuid Waziristan) waar vele verwanten van de Taliban en al-Qaeda zich schuilhouden. Dit is het gevolg van een Pakistaanse beleid dat vroeger de Taliban nog heeft ondersteund.
Ook Rashid (2001, p. 23) vermeldt dat de Taliban destijds werd gesteund door zowel door Pakistan als Saoedi-Arabië.

Ik citeer een fragment dat meer duiding brengt:
“ In 1997-’98 heeft Pakistan de Taliban voorzien van hulgoederen ten bedrage van naar schatting 30 miljoen dollar. Daartoe behoorden 600 000 ton tarwe, petroleum en kerosine, die voor een deel betaald waren door Saoedi-Arabië, wapens en munitie, bommen, onderhoud en reserveonderdelen voor de militaire uitrusting uit de Sovjetperiode zoals tanks en zware artillerie, reparatie en onderhoud van de luchtmacht van de Taliban, voor het onderhoud van vliegvelden, de aanleg van wegen, de elektriciteitsvoorziening van Kandahar en salarissen.” (Geciteerd in: Rashid, 2001, p. 257-258).

Bin Laden en de Taliban
Een interessant fragment uit het werkstuk van Rashid (201, p. 198) haalt aan dat Pakistan een grote invloed heeft gehad in het aanhalen van relaties tussen Osama Bin Laden met de Talibanleiders in Kandahar. De trainingskampen van Khost vormden het bindmiddel tussen de twee groeperingen. De kampen waren in handen gevallen van de Taliban, maar Pakistan opteerde voor het behoud van de trainingskampen. Na een ontmoeting met de Taliban werden de trainingskampen overgeheveld aan Bin Laden.
Bin Laden werd om veiligheidsredenen (maar ook omwille van eigen profijt![1]) door de Taliban in bescherming genomen en woonde in Kandahar. Terwijl de Taliban voorzag in het herbergen en het schuilhouden van Bin Laden, zorgde Bin Laden er zelf voor dat de Taliban financiële middelen kreeg toegestopt. Bovendien wist hij geleidelijk aan nog meer sympathie op te wekken door onder andere manskrachten te sturen die in 1997-1998 meevochten bij de Taliban-offensieven.
Het gedachtegoed van de hogere leiders binnen het Talibanmilieu leken steeds meer verzadigd te worden door de visie die Bin Laden erop nahield. Met als gevolg dat ook zij een steeds meer een antiwesterse houding bleken aan te nemen. De Taliban manifesteerde zich steeds meer als vijand van de VN en Amerika (Rashid, 2001, p. 199).

Al-Qaeda en Taliban in bergachtig gebied
De auteur Baker wijst erop dat er effectieve samenwerkingsverbanden zijn tussen de Taliban en al-Qaeda. Er is een soort van versterkend effect. In de ‘tribal belt’ worden al-Qaeda leden door de Taliban beschermd en kunnen ze zich verschansen. Als wederdienst zorgt al-Qaeda ervoor dat de Taliban zich ken hergroeperen, in militaire munitie wordt voorzien en eveneens in de aldaar opgerichte trainingskampen opgeleid kan worden.
De grensregio, een bebost bergenlandschap, kan bijna worden gezien als een wereld op zich. (“the truth about talibanisation”, Baker, 2007, 22 m aart,)

Besluit
Met deze tekst wou ik duidelijk maken dat er verschillende banden zijn tussen al-Qaeda en de Taliban. Van voorzieningen van training, financiële middelen tot het in bescherming nemen van de ander. Bovendien hebben we vermeld dat beide groepen op een bepaald moment qua ideeëngoed op dezelfde lijn komen te staan. Er is een duidelijkere en scherpere visie gegroeid binnen de Taliban mede door de beïnvloeding van Bin Ladens gedachtegoed.
Ook Waziristan blijkt zowel voor de Taliban als voor verwanten van al-Qaeda een als perfecte basis te fungeren van waaruit ze kunnen opereren.


Geraadpleegde literatuur

Baker (2007, 22 maart). The truth about the talibanisation. Geraadpleegd op 29 december 2007 op het het World Wide Web: http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,1601850-3,00.html

Johnson, T.H. & Mason, M.C (2007). Understanding the Taliban and insurgency in Afghanistan. Orbis, 51 (1),

Rashid, A. (2001). Taliban, Oil and the new great game in Central Asia. Londen/NewYork: I.B.Tauris Publishers.


[1] Het feit dat er ‘een veilig dak boven het hoofd’ werd verleend aan Bin Laden, door de Taliban, hield ook in dat Bin Laden een soort van middel was waarmee de Taliban het vuur aan de schenen kon leggen bij de Amerikanen. Ze probeerden via deze weg een erkenning van hun regime af te dwingen. (Rashid, 2001, p. 199)

The effect of peacedeals

In het basisartikel voor deze blog van Syed Saleem Shahzad (Deux stratégies islamistes qui s’opposent. Al-Qaida contre les talibans) en in een voorgaand topic (Splitting the troops) komt het vredesakkoord tussen de Taliban en de Pakistaanse overheid in september 2006 ter sprake. Deze zou, zoals we nu al reeds weten, volgens sommigen, waaronder de Pakistaanse overheid, een brug geslaan hebben tussen al-Qaeda en de Taliban. Er zijn echter in het verleden al meerdere vredesonderhandelingen gesloten tussen de Pakistaanse overheid en de Taliban en hierbij willen we verder een licht werpen of deze vredesonderhandelingen wel degelijk het doel bewerkstelligen dat het Pakistaanse regime onder Musharref op het oog hebben.

Eerste en vooral moeten we erop wijzen dat de Pakistaanse overheid benadrukt dat de akkoorden die gesloten worden enkel en alleen ondertekend worden door Waziristaanse stamhoofden. Doordat er echter ook Talibanmilitanten aanwezig zijn, worden deze onderhandelingen meestal gezien als een overgave van de Pakistanen aan niet alleen de stamhoofden in Waziristan, maar ook aan de Taliban en zelfs al-Qaeda. Het laatste vredesakkoord, dat van september 2006, hield het volgende in:
1. There shall be no cross-border movement for militant activity in Afghanistan. On its part, the Government pledged not to undertake any ground or air operations against the militants and to resolve issues through local customs and traditions.
2. The agreement will come into force with the relocation of the Army from checkpoints in the region. The Khasadar force [a local tribal force] and Levy personnel [tribal militias] will take over the check-posts.
3. Foreigners living in North Waziristan will have to leave Pakistan, but those who cannot leave will be allowed to live peacefully, respecting the law of the land and the agreement.
4. Both parties will return each other’s weapons, vehicles and communication equipment seized during various operations.
5. Tribal elders, mujahidin and the Utmanzai tribe would ensure that no-one attacked security force personnel and state property.
6. There will be no target killing and no parallel administration in the agency.
7. Militants would not enter the settled districts adjacent to North Waziristan.
8. Government would release prisoners held in military operations and would not arrest them again.
9. Tribesmen’s “incentives” would be restored. The administration is to resolve disputes in accordance with local customs and traditions.
10. Government would pay compensation for the loss of life and property of innocent tribesmen during recent operations.
11. There is no ban on display of arms. However, tribesmen will not carry heavy weapons.
12. A 10-member committee--comprising elders, members of political administration and ulema [religious scholars]--is to monitor progress of the accord and ensure its implementation.[1]
Volgens de Pakistaanse overheid gaat het om een conflictbeheersing en niet om een overgave. Ook Evagoras C. Leventis treedt deze stelling bij. Het zou gaan om een bevestiging van de bestaande situatie. Een status-quo die vitaal zou zijn in de strategie van Musharref in het terugdringen van het moslimextremisme. Het is een feit dat de Federally Administered Tribal Areas (FATA), waar de twee Waziristans onderdeel van uitmaken en die aan de grens ligt met Afghanistan, nooit helemaal geïncorporeerd geweest zijn in de Pakistaanse staat. De Pakistaanse overheid controleert het gebied enkel door middel van lokale politieke agenten (PA) die aangeduid zijn door de centrale overheid, maar wel gesteund worden door de stamhoofden, de Kasadars en het Levy-personeel. Waar het kan worden de regels en gewoonten van de lokale bevolking toegepast voor zover dit niet in conflict komt met de belangen van de staat.

Toch, als men deze lijst met eisen en toegevingen onder ogen neemt, kan men inderdaad eerder besluiten dat het meer gaat om een overgave dan om beheersing van het conflict. Zeker wanneer men rekening houdt met de groeiende Islamisatie van de FATA. Men kan zelfs verder gaan en spreken van een toenemende Talibinisatie de laatste 10 jaar. De lokale bevolking heult meer en meer met de ideologie van de Taliban die hun oorsprong hebben in het oosten van Afghanistan. Er is meer en meer sprake van de Pakistaanse Taliban, lokale bewegingen die aansluiting gezocht hebben bij de (Afghaanse Taliban). Beide bevolkingsgroepen maken immers deel uit van dezelfde etnische groepering: de Pashtuns.
Bovendien zijn er elementen die aantonen dat er verschillende voorwaarden niet nageleefd zijn. Zo zouden na de ondertekening van het laatste akkoord in 2006 de acties tegen Pakistaanse troepen zijn verminderd maar in Afghanistan enorm zijn toegenomen. Met andere woorden, men zou daar een indicatie kunnen zien dat de eerste voorwaarde niet nageleefd is geweest. De Pakistaanse overheid wou haar controle over het gebied handhaven door het grootste gedeelde ervan over te laten aan de milities (nu onder invloed van de Taliban) die ze al een aantal jaren tracht te bekampen. Bovendien, en waarschijnlijk daardoor, zouden Taliban- en al-Qaedamilitanten van de vredesakkoorden handig gebruik gemaakt hebben om hun posities rond de Afghaanse-Waziristaansegrens en diep in Waziristan te verstevigen en uit te breiden samen met hun groeiende invloed op de lokale bevolking.
Daarnaast moet men rekening houden met het feit dat de verschillende stammen wel opgewassen zouden zijn tegen de Taliban en al-Qaeda, als het niet was dat de Taliban, al-Qaeda en hun groot aantal Waziristaanse militanten/strijders iedereen, waaronder vele PA’s, vermoorden wanneer deze samenwerken met de Pakistaanse overheid. Met andere woorden: door de vredesonderhandelingen verliest de Pakistaanse overheid meer en meer veld terwijl de Talibanisatie van de FATA zich meer en meer verder zet.
Wat al-Qaeda betreft en voorwaarde drie, die volgens sommigen aanleiding hebben gegeven voor de veronderstelde scheiding tussen de Taliban en al-Qaeda. De buitenlandse militanten zouden moeten verdreven worden uit Waziristan en de Tribal Belt. Men heeft echter over het hoofd gezien dat de vele van deze buitenlanders getrouwd zijn met lokale inwoners, waardoor zij door de lokale bevolking niet meer gezien worden als buitenlanders.
Bovendien hebben talloze acties plaatsgevonden, sinds het laatste vredesakkoord, op Pakistaans grondgebied door de toenemende Islamisatie in het land, al dan niet met behulp van de Taliban en al-Qaeda. Denk maar aan de bestorming van de Lal Masjid en de moord op Bhutto.


door Jorn Brewaeys


Bronnen:
- Evagoras C. Leventis, THE WAZIRISTAN ACCORD, Middle East Review of International Affairs, Vol. 11, No. 4 (December 2007), 19-37. (http://meria.idc.ac.il/journal/2007/issue4/pdf/4.pdf. Laatst geraadpleegd op 31 december 2007.)


[1] Evagoras C. Leventis, THE WAZIRISTAN ACCORD, Middle East Review of International Affairs, Vol. 11, No. 4 (December 2007), p. 27.

De Pakistaanse Taliban

Syed Saleem Shahzad had het in zijn artikel al over Waziristan. Dit gebied in Pakistan dat bevolkt wordt door voornamelijk Pashtun-stammen grenst aan Afghanistan en lijkt een broeihaard te worden van allerlei extremistische Islamistische groeperingen in de regio. De Pakistaanse regeringstroepen zijn er, ondanks verschillende invasies, vooralsnog niet in geslaagd om enige controle over het gebied te verkrijgen. Volgens Shahzad zijn er in Waziristan momenteel spanningen tussen de verschillende Islamitische groepen die zich daar bevinden. In Zuid-Waziristan zou een plaatselijke leider Haji Nazir opgeroepen hebben tot strijd tegen de Navo-troepen en de regering in Afghanistan. Diegene die geen gehoor gaven aan deze oproep van Nazir zouden in koelen bloede vermoord zijn. Al Qaeda zou ondertussen begonnen zijn met strijders uit Waziristan weg te halen en richting Irak te sturen.De vraag is wie er nu werkelijk opereert vanuit het onherbergzame Waziristan en wie er de plak zwaait.

Graham Usher gaat in op het ontstaan van een schijnbare nieuwe strekking van de Taliban: de Pakistaanse Taliban. Deze beweging zou vooral bestaan uit jonge mannen, zowel studenten als werkloze Pashtun-stamleden, die geleid worden door een nieuwe generatie van militante religieuze leiders of mullahs. Een belangrijk keerpunt tijdens de ontstaansgeschiedenis van deze groepering is de inval van de VS in Afghanistan. Op dat moment werd vanuit regeringshoek in Pakistan verboden om de Afghaanse Taliban te steunen in hun strijd tegen de VS. De jonge Pashtun-stamleden weigerden dit en besloten toch de wapens op te nemen. Vlak na de aanslagen van 9/11 en de invasie in Afghanistan werd de Taliban in deze tribale gebieden nog getolereerd door de Pakistaanse regering. De focus lag voor Washington op de zoektocht naar Osama Bin Laden en Pakistan ging uit van een zienswijze van ‘live and let live’. Niettemin probeerde Musharraf te verhinderen dat de Afhaanse Taliban een te sterke voet aan grond te krijgen in de tribale gebieden in Pakistan. Onder druk van de VS werd in 2004 dan een Pakistaanse troepenmacht van 80 000 manschappen sterk ontplooid in Waziristan met als doel de Taliban-strijders die zich in het gebied schuilhielden te vervolgen en het hele gebied dusdanig te “bevrijden” van de Taliban. Deze operatie draaide echter uit op een fiasco. 250 Pakistaanse soldaten verloren het leven en het Pakistaans regeringsleger was verplicht om over een staakt-het-vuren te onderhandelen met de militante stammenleiders. Bij de arme bevolking van Waziristan steeg de sympathie voor de Taliban omdat zij aanzien werden als de werkelijke verdedigers van de stammen.De daaropvolgende jaren waren er nog enkele invallen van het Pakistaanse leger maar met elke inval werd de Taliban sterker in deze regio.

Musharraf besefte dat militaire operaties in Waziristan weinig kans op slagen hadden en trachtte akkoorden te sluiten met de tribale leiders. Aan de Taliban werd gevraagd om te stoppen met het regeringsleger en pro-regering stamleden aan te vallen. In ruil zouden onder andere gevangen genomen Talibanleden vrijgelaten worden, zouden geconfisqueerde wapens teruggegeven worden en zouden slachtoffers van militaire operaties vergoed worden voor hun verliezen. De regering loste zijn beloftes in maar van de kant van de Taliban was dit veel minder het geval.

Ondertussen zouden de Pakistaanse Talibanleiders de facto de politieke leiders zijn in Noord- en Zuid-Waziristan. Dit heeft ervoor gezorgd dat men wat betreft Waziristan momenteel kan spreken van een ‘Islamitisch Emiraat’. Belangrijk is dat de Taliban-leiders hierbij op steun kunnen rekenen van, vooral jonge, stamleden uit deze regio. Zij blijven zich ook beschouwen als bondgenoten van de Afghaanse Taliban en steunen hen in hun strijd tegen de Navo-troepen en het regeringsleger in Afghanistan. Zij delen voorts dezelfde ideologie met de Taliban in Afghanistan. Deze ideologie is gestoeld op oerconservatieve islamitische waarden en normen.

Er is ondertussen nog steeds een debat aan de gang of men kan spreken van een meer gematigde Taliban. Het is immers duidelijk dat in Afghanistan geen politieke regeling kan getroffen worden zonder de Taliban daarbij te betrekken. Met een meer gematigde strekking zouden eventuele gesprekken kunnen gevoerd worden. Hiervoor zou de Taliban meer een Afghaanse beweging moeten worden. Het is echter ook fout om de huidige Taliban gelijk te stellen met Al Qaeda. In een interview verduidelijkte de Taliban-leider Mullah Omar dit nog eens. Hij benadrukte dat de Taliban als voornaamste doel de terugtrekking van de Amerikaanse troepen van het Afghaanse grondgebied heeft, terwijl Al Qaeda eerder een wereldwijde Jihad voor ogen heeft.


Kan men nu op basis van het voorgaande besluiten dat de Taliban en Al Qaeda twee totaal verschillende bewegingen zijn? Eigenlijk niet echt omdat er hier in de eerste plaats enkel aandacht is besteed aan de (Pakistaanse) Taliban. Er kunnen echter wel een aantal belangrijke punten aangereikt worden op basis van het besproken artikel. Zo is het duidelijk dat de Taliban aan een opmars bezig is. Een opmars die geruggensteund wordt door de Taliban-strijders van de Pashtun-stammen in Noord- en Zuid-Waziristan. Al Qaeda lijkt hierin niet echt een rol van betekenis te spelen. Het lijkt ook duidelijk dat het voornaamste objectief van de Taliban (zowel in Afghanistan als in Pakistan) is Afghanistan te “verlossen” van de Westerse bezetters hun bondgenoten (de Afghaanse en Pakistaanse regering).Deze strijd wordt echter wel gevoerd op basis van een ideologie die gestoeld is op dezelfde Islamitische waarden als diegene die door Al Qaeda gepredikt wordt. Omwille van deze reden zou het kunnen dat ook Al Qaeda sympathisanten een onderkomen vinden in de tribale gebieden in Waziristan. De ideologische gedachten achter beide bewegingen lijken dus gelijkenissen te vertonen maar de doelen zijn dan weer verschillend.



door Sam Apers

Bronnen:SHAHZAD, S. S.; Al –Qaida contre les talibans In : Le Monde Diplomatique, Juli 2007 , geraadpleegd op 6 november 2007 op http://www.monde-diplomatique.fr/2007/07/SHAHZAD/14902

USHER, G. The Pakistan Taliban 13 Februari 2007, geraadpleegd op Middle East Report Online http://www.merip.org/mero/mero021307.html op 29 december 2007-12-31

Pakistan’s Tribal Areas: Appeasing the Militants In: Asia Report Nr. 125 11 december 2006, geraadpleegd op http://www.crisisgroup.org/home/index.cfm?id=1267&l=1 op 29 december 2007

De Verenigde Staten, al-Qaeda en de rol van de media

Wat niet meer hoeft verteld te worden is dat de Amerikaanse regering zich er al lang van bewust is dat een oorlog niet alleen met wapens wordt uitgevochten. Naast kogels, tanks en raketten zijn ook de media een zeer belangrijk middel om een oorlog tot een goed einde te brengen. De media lenen zich er uitstekend toe om een oorlog psychologisch voor te bereiden en de nodige democratische steun te verwerven. Door de media kan je immers anderen ervan overtuigen dat de stappen die je als regering onderneemt, juiste, rechtvaardige, … stappen zijn en zo je beleid legitimeren. Wat de Amerikaanse regering ook maar al te goed beseft is dat wat er in de media verschijnt allesbehalve hoeft te stroken met de werkelijkheid. Door middel van de media creëer je zelf, als overheid, de realiteit die de beste mogelijkheden biedt om mensen ervan te overtuigen de plannen die je voor ogen hebt te ondersteunen. In dit proces blijkt het exacte taalgebruik zeer belangrijk te zijn. Het discours rond de ‘War on Terror’ werd dan ook zorgvuldig, op een wetenschappelijke manier voorbereid. Bewust werd er voor bepaalde taalconstructies gekozen die het toekomstige Amerikaanse beleid maximale ondersteuning zouden bieden.

In de strijd tegen de Amerikanen is echter ook Osama Ben Laden zich hiervan bewust geworden. Al-Qaeda is steeds meer gebruik gaan maken van dit favoriete Amerikaanse wapen. In het begin beperkte het gebruik van de media door al-Qaeda zich tot het verspreiden van video-opnames, waarin Osama Ben Laden zijn visie op de Amerikaanse kapitalistische wereldorde blootlegt en gelijkgezinden oproept zijn organisatie te ondersteunen en mee te vechten tegen de verderfelijke invloed van het Westen. Dit was een éénvoudige manier om de media te gebruiken en er was toen niet echt sprake van een wetenschappelijk ondersteunde manipulatie van de werkelijkheid.
Tegenwoordig maakt al-Qaeda echter wel gebruik van meer geavanceerde, manipulatieve mediatechnieken. Om al-Qaeda’s communicatieplan wetenschappelijk te ondersteunen heeft Ben Laden een speciale media-afdeling opgericht. Ook al-Qaeda begint dus een eigen doordachte werkelijkheid te creëren. Hierin durft Ben Laden, net zoals de Amerikaanse regering, zeer ver te gaan. Zo verspreidde hij bijvoorbeeld de volgende mediaboodschap: “Amerikanen verstoppen tijdens het uitvoeren van ‘stop and search’-opdrachten bommen in de auto’s van onschuldige moslims. Deze auto’s laten zij vervolgens exploderen als het hen uitkomt en creëren zo de illusie dat het een zelfmoordaanslag was.” Of deze boodschap nu waar is of niet, doet er eigenlijk niet echt toe. Het belangrijkste is dat ze doorheen de Arabische wereld uitgezonden werd en dat velen ze gezien hebben. Op deze wijze weet Ben Laden de anti-Amerikaanse haat aan te wakkeren in het Midden-Oosten. Door een werkelijkheid te scheppen waarin Amerikanen gebruik maken van terroristische aanslagen, rechtvaardigt hij eveneens het eigen gebruik van dergelijke technieken. Zo legitimeert hij dus zijn daden voor Moslims die hem voorheen de rug toekeerden omwillen van zijn radicale aanpak.
Een andere tendens is dat Ben Laden zijn mediaoffensief niet meer uitsluitend tot de Arabische wereld richt. Ook binnen de Verenigde Staten zelf verspreidt hij zijn boodschappen. Zijn geheim wapen hiervoor is een Amerikaans burger die hij wist te rekruteren. Adam Gadahn, nu ook bekend als Azzam al-Amriki (Azzam de Amerikaan), is de enige binnen al-Qaeda, naast Ben Laden zelf, die boodschappen aan de Amerikaanse president en burgers mag richten. Hij bevindt zich dus in de kern van al-Qaeda’s, op de Verenigde Staten gerichte communicatieproject en is ervoor verantwoordelijk dat er geen misverstanden ontstaan onder de Amerikanen over wat de echte boodschap van Ben Laden is. Gadahn beschrijft wat de eisen van Ben Laden zijn en welke gevolgen een niet-naleving ervan met zich zal meebrengen. Dit is op zich geen nieuwe boodschap, ze werd al talrijke malen door Ben Laden zelf verspreid. Het verontrustende aspect is dat Gadahn, als Amerikaan, een zeker vertrouwen opwekt bij zijn landgenoten en daardoor eens zo overtuigend over komt. In zijn toespraken legt Gadahn een zeer sterke nadruk op de finaliteit van de boodschap die hij voortbrengt. Het betreft een laatste waarschuwing, een laatste kans om aan Ben Laden’s eisen te voldoen. Door zijn zelfzeker optreden, zijn heldere uiteenzetting en zijn onberispelijk engelse taalgebruik weet hij veel Amerikanen de stuipen op het lijf te jagen. Of deze techniek zijn vruchten zal afwerpen en Ben Laden zijn eisen bewerkstelligd zal zien valt sterk te betwijfelen. Het is na 11 september immers niet meer nodig de Amerikanen ervan te overtuigen dat Ben Laden meent wat hij zegt. En hen overtuigen zou enkel maar in het voordeel spelen van president Bush zelf, aangezien zijn oorlogsdaden enkel maar mogelijk worden gemaakt door de angst die hij onder het Amerikaanse volk wist te creëren door zijn eigen mediacampagne.
Gadahn is volgens mij een goed bewijs van het feit dat al-Qaeda de Verenigde Staten nog lang niet uit het oog verloren heeft en er actief werk van maakt psychologische terreur onder de Amerikaanse bevolking te zaaien. Één van de doelstellingen van terroristische aanvallen is immers in te werken op de angstgevoelens van een bevolking om er zo voor te zorgen dat de ultieme wensen van de terreurbeweging gerealiseerd worden. Om angstgevoelens te vergroten blijkt ook het dreigen met geweld zeer effectief te zijn, zolang deze bedreigingen af en toe waargemaakt worden door een echte aanslag. Aangezien de beelden van 11 september voorgoed in het collectieve geheugen van de Amerikaanse bevolking geschroeid zijn denk ik dat de bedreiging die uitgaat van de mediaoffensieven van al-Qaeda meer dan een verstikkend effect kan hebben op de Amerikaanse bevolking.

Het gevaar van deze wederzijdse mediacampagnes schuilt hem erin dat er een dynamiek van haat op gang wordt gebracht. Zij die van een kritische geest zijn voorzien kunnen zich hieraan onttrekken maar het leeuwendeel van de wereldbevolking neemt klakkeloos over wat de media hen voorschotelt. De haatgevoelens die door de Amerikaanse regering en al-Qaeda worden opgeroepen zouden wel eens aanleiding kunnen geven tot een echte ‘clash of civilizations’.

Door Arne Daniëls


Bronnen:

Escobar, P. (21 mei 2005), “The US’s gift to al-Qaeda”, Asian Times Online.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.atimes.com/atimes/Middle_East/GE21Ak04.html

Scheuer, M. (7 juni 2007), “Al-Qaeda’s American-style message”, Asian Times Online.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.atimes.com/atimes/Middle_East/IF07Ak01.html

De nieuwe generatie zelfmoordterroristen

Hoewel er tussen de Taliban en al-Qaeda een groot aantal verschillen bestaan, zijn zei het minstens over één zaak wel degelijk met elkaar eens, het doeltreffende karakter van terroristische bomaanslagen, al dan niet gepaard gaand met een zelfmoord. Hoewel dit fenomeen al langer gekend is, zijn er sterke aanwijzingen dat we het ergste nog niet gezien hebben. Zowel op het gebied van de ‘gewone’ bomaanslagen als op het gebied van de terroristische zelfmoordaanslagen doen er zich onrustwekkende evoluties voor. Twee reportages die op internet te vinden zijn geven een beknopte beschrijving van deze evolutie: ‘Terror tactics’ van CNN en ‘Pakistan: al-Qaeda, Taliban’.

De beelden die in deze reportages vertoond worden tarten werkelijk alle verbeelding. Rijen jonge moslims staan aan te schuiven om zich te laten registreren voor het uitvoeren van een terroristische zelfmoordaanslag. Zonder vrees en soms met een glimlach op het gezicht zijn ze trots dat ze ‘verkozen’ werden om in de naam van Allah op te treden door zich op te blazen op drukke plaatsen of in de nabijheid van militaire doelwitten. Door het plegen van een zelfmoordaanslag verzekeren ze zich een plaats in de hemel en zullen ze voor altijd herinnerd blijven als martelaars, gestorven in de strijd tegen de ‘vijanden van de islam’. Ook aan hun familie wordt gedacht, zij worden onder de vleugels genomen door de terreurorganisatie, die hen de nodige financiële steun biedt om het verlies van hun familielid te compenseren. Door middel van verschillende propaganda technieken slagen al-Qaeda en de Taliban erin nieuwe golven aan radicale islamistische zelfmoordterroristen aan te trekken die bereid zijn te sterven voor de Islam.

Voor het bereiken van kandidaten wordt er door zowel al-Qaeda als door de Taliban vooral gebruik gemaakt van propaganda video’s, die dankzij de met de globalisering gepaard gaande nieuwe mediatechnieken, op een razendsnel tempo doorheen heel de (Arabische) wereld verspreid worden. Zo werden er onlangs weer een aantal beelden van trainingskampen van al-Qaeda verspreid. Op de beelden zijn Arabisch sprekende vrijwilligers te zien die trainen in een landschap dat zeer sterk lijkt op de regio’s in noord en zuid Waziristan waar de ‘tribal warlords’, en nu ook al-Qaeda en afdelingen van de Taliban gevestigd zijn. De boodschap die in deze video verkondigd wordt is dat de trainingskampen van al-Qaeda weer op volle toeren draaien en dat al-Qaeda op zoek is naar nieuwe rekruten vanuit alle uithoeken van de moslimwereld.

Het is in deze zelfde gebieden op de grens tussen Afghanistan en Pakistan dat de nieuwe ster aan het firmament van de Taliban, Mullah Dadullah, de registraties en trainingen van honderden nieuwe zelfmoordterroristen uitvoert. Mullah Dadullah leerde in Irak dat je door middel van zelfmoordaanslagen een land in complete chaos kan brengen en hij is dan ook van plan om deze techniek naar Afghanistan over te brengen op een massale en totnogtoe ongekende schaal. In de reportage zie je Mullah Dadullah de menigte aanspreken, omringd door zwaar bewapende jihad strijders. In zijn propaganda video verkondigt hij dat heel het Westen zich verenigd heeft en de ondergang van de moslimwereld heeft gezworen. Daarom is het, zo stelt hij, de taak van elke moslim om zich hiertegen te verzetten. Omdat de moslims niet beschikken over dezelfde geavanceerde wapen als de westerlingen, is het gebruik van zelfmoordaanslagen, ‘het perfecte wapen tegen het westen’, gerechtvaardigd. De nieuwe massa rekruten die op de videobeelden vertoond worden zullen in de komende twee, drie jaar ingezet worden. De reden waarom ze zo op voorhand geregistreerd worden is opdat de Taliban hen mentaal zou kunnen voorbereiden op hun belangrijke missie. Ze zullen de aanslagen uitvoeren in de Verenigde Staten en in de Arabische wereld en zelf als de leiding van de Taliban sterft, zullen zij de geplande aanvallen uitvoeren. Uit een interview met één van de rekruten blijkt dat ze, alhoewel ze zich bij de Taliban hebben ingeschreven, zichzelf zien als deel uitmakend van een globale jihad-beweging eerder als lid van één bepaalde organisatie. Dit beeld past bij de nieuwe oriëntering van de Taliban, die zichzelf hebben ingeschakeld in de globale jihad. In de reportage wordt er dan ook gewaarschuwd voor de bedreiging die deze zelfmoordterroristen vormen voor landen in het Westen. Deze nieuwe evolutie vormt een gigantische bedreiging voor de nationale veiligheid in onze landen. De aanpak is des te moeilijker omdat deze groeperingen zich hebben verscholen in de zeer moeilijk bereikbare gebieden in Pakistan.
Één van de geïnterviewden, de ex-CIA agent Art Keller, vreest ervoor dat de terroristische aanslagen zich zullen verplaatsen naar andere settings, zoals de westerse grootsteden. Na het screenen van enkele propaganda video’s merkt Keller op dat de nieuwe terroristische bedreiging ontzagwekkend is. Nieuwe technieken werden overgebracht van Irak naar Afghanistan, zoals de zelfgemaakte explosieven die zo kenmerkend waren voor de oorlog in Irak. Hoe je zulk ene bom zelf kan maken kan je gemakkelijk op het internet opzoeken. Ook wordt er in één van de propaganda video’s een motorfiets getoond die volledig volgeplakt is met zoveel hoog explosieve stoffen als mogelijk. In de volgende beelden zie je de zelfmoordterrorist die deze motorfiets zal ‘begeleiden’ naar zijn doelwit. De jongeman is gekleed in een uniform van het Afghaanse leger. Deze penetratie van moslimfundamentalisten in verschillende regionen van het Afghaanse leger, wordt door Keller als een groot probleem aangegeven. Een andere verontrustende vaststelling is volgens Keller de mate waarin zelfmoordaanslagen in Afghanistan meer en meer ingeburgerd geraken. Vroeger was er een zekere culturele afkeer van dergelijke technieken, dit is lang verleden tijd.

Ondertussen gaan de Taliban en al-Qaeda onvermoeid door met het aantrekken en opleiden van een nieuwe generatie zelfmoordterroristen door gebruik te maken van uitgebreide propagandacampagnes. Zelfmoordaanslagen, een wapen dat beide groeperingen zien als het middel van de toekomst om de westerse bedreiging voor eens en voor altijd de kop in te drukken …

Door Arne Daniëls


Bronnen:

“Pakistan: Al Qaeda, Taliban”
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.youtube.com/watch?v=rS8nqBuvrBo

“Terror Tactics”, CNN.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://video.google.com/videoplay?docid=6250055544195169135&q