Inleiding

Met deze blog willen we verder ingaan op het artikel verschenen in Le Monde Diplomatique door Syed Saleem Shahzad: “Deux stratégies islamistes qui s’opposent. Al-Qaida contre les talibans". Hij geeft een aantal elementen aan dat er tussen de verschillende soennitische politieke (islamistische) bewegingen een breuk begint te ontstaan. Namelijk tussen de nationalistische islamisten (de Taliban en de verscheidene verzetsgroeperingen in Irak) en Al-Qaeda. De nationalistische bewegingen willen immers eerst en vooral een Afghanistan en een Irak dat niet bezet wordt door Westerse mogendheden. Al-Qaeda bestaat dan vooral uit verschillende Arabische strijders die het Takfirisme aanhangen. Die zien dan vooral de niet-praktiserende moslims (zoals o.a. de Pakistaanse overheid) en de Sjiieten als de eerste vijand van een puur Islamitische staat. De eerste omdat zij de Vijand (het Westen) helpen in hun strijd tegen een Islamitische staat, de tweede groep omdat zij een afvallige visie van de Islam aanhangen. De Taliban (en de verzetsbewegingen in Irak) vinden echter dat door de talloze zelfmoordaanslagen, het sektarische geweld (tegen de Sjiieten en andere niet-Soennitische Arabieren) en de strijd tegen de Pakistaanse overheid Al-Qaeda de strijd tegen de Westerse mogendheden uit het oog veliest en hun droom van een vrij Afghanistan (en Irak) in het gedrang brengt. We zullen door het analyseren van de verscheidene literatuur- en mediabronnen proberen te achterhalen of we deze stelling kunnen bijtreden of juist zullen ontkrachten.

Het bewuste artikel is terug te vinden op dit adres: http://www.monde-diplomatique.fr/2007/07/SHAHZAD/14902.

De geografische spreiding van de twee belangrijkste islamstromingen.

De geografische spreiding van de twee belangrijkste islamstromingen.

maandag 31 december 2007

De Verenigde Staten, al-Qaeda en de rol van de media

Wat niet meer hoeft verteld te worden is dat de Amerikaanse regering zich er al lang van bewust is dat een oorlog niet alleen met wapens wordt uitgevochten. Naast kogels, tanks en raketten zijn ook de media een zeer belangrijk middel om een oorlog tot een goed einde te brengen. De media lenen zich er uitstekend toe om een oorlog psychologisch voor te bereiden en de nodige democratische steun te verwerven. Door de media kan je immers anderen ervan overtuigen dat de stappen die je als regering onderneemt, juiste, rechtvaardige, … stappen zijn en zo je beleid legitimeren. Wat de Amerikaanse regering ook maar al te goed beseft is dat wat er in de media verschijnt allesbehalve hoeft te stroken met de werkelijkheid. Door middel van de media creëer je zelf, als overheid, de realiteit die de beste mogelijkheden biedt om mensen ervan te overtuigen de plannen die je voor ogen hebt te ondersteunen. In dit proces blijkt het exacte taalgebruik zeer belangrijk te zijn. Het discours rond de ‘War on Terror’ werd dan ook zorgvuldig, op een wetenschappelijke manier voorbereid. Bewust werd er voor bepaalde taalconstructies gekozen die het toekomstige Amerikaanse beleid maximale ondersteuning zouden bieden.

In de strijd tegen de Amerikanen is echter ook Osama Ben Laden zich hiervan bewust geworden. Al-Qaeda is steeds meer gebruik gaan maken van dit favoriete Amerikaanse wapen. In het begin beperkte het gebruik van de media door al-Qaeda zich tot het verspreiden van video-opnames, waarin Osama Ben Laden zijn visie op de Amerikaanse kapitalistische wereldorde blootlegt en gelijkgezinden oproept zijn organisatie te ondersteunen en mee te vechten tegen de verderfelijke invloed van het Westen. Dit was een éénvoudige manier om de media te gebruiken en er was toen niet echt sprake van een wetenschappelijk ondersteunde manipulatie van de werkelijkheid.
Tegenwoordig maakt al-Qaeda echter wel gebruik van meer geavanceerde, manipulatieve mediatechnieken. Om al-Qaeda’s communicatieplan wetenschappelijk te ondersteunen heeft Ben Laden een speciale media-afdeling opgericht. Ook al-Qaeda begint dus een eigen doordachte werkelijkheid te creëren. Hierin durft Ben Laden, net zoals de Amerikaanse regering, zeer ver te gaan. Zo verspreidde hij bijvoorbeeld de volgende mediaboodschap: “Amerikanen verstoppen tijdens het uitvoeren van ‘stop and search’-opdrachten bommen in de auto’s van onschuldige moslims. Deze auto’s laten zij vervolgens exploderen als het hen uitkomt en creëren zo de illusie dat het een zelfmoordaanslag was.” Of deze boodschap nu waar is of niet, doet er eigenlijk niet echt toe. Het belangrijkste is dat ze doorheen de Arabische wereld uitgezonden werd en dat velen ze gezien hebben. Op deze wijze weet Ben Laden de anti-Amerikaanse haat aan te wakkeren in het Midden-Oosten. Door een werkelijkheid te scheppen waarin Amerikanen gebruik maken van terroristische aanslagen, rechtvaardigt hij eveneens het eigen gebruik van dergelijke technieken. Zo legitimeert hij dus zijn daden voor Moslims die hem voorheen de rug toekeerden omwillen van zijn radicale aanpak.
Een andere tendens is dat Ben Laden zijn mediaoffensief niet meer uitsluitend tot de Arabische wereld richt. Ook binnen de Verenigde Staten zelf verspreidt hij zijn boodschappen. Zijn geheim wapen hiervoor is een Amerikaans burger die hij wist te rekruteren. Adam Gadahn, nu ook bekend als Azzam al-Amriki (Azzam de Amerikaan), is de enige binnen al-Qaeda, naast Ben Laden zelf, die boodschappen aan de Amerikaanse president en burgers mag richten. Hij bevindt zich dus in de kern van al-Qaeda’s, op de Verenigde Staten gerichte communicatieproject en is ervoor verantwoordelijk dat er geen misverstanden ontstaan onder de Amerikanen over wat de echte boodschap van Ben Laden is. Gadahn beschrijft wat de eisen van Ben Laden zijn en welke gevolgen een niet-naleving ervan met zich zal meebrengen. Dit is op zich geen nieuwe boodschap, ze werd al talrijke malen door Ben Laden zelf verspreid. Het verontrustende aspect is dat Gadahn, als Amerikaan, een zeker vertrouwen opwekt bij zijn landgenoten en daardoor eens zo overtuigend over komt. In zijn toespraken legt Gadahn een zeer sterke nadruk op de finaliteit van de boodschap die hij voortbrengt. Het betreft een laatste waarschuwing, een laatste kans om aan Ben Laden’s eisen te voldoen. Door zijn zelfzeker optreden, zijn heldere uiteenzetting en zijn onberispelijk engelse taalgebruik weet hij veel Amerikanen de stuipen op het lijf te jagen. Of deze techniek zijn vruchten zal afwerpen en Ben Laden zijn eisen bewerkstelligd zal zien valt sterk te betwijfelen. Het is na 11 september immers niet meer nodig de Amerikanen ervan te overtuigen dat Ben Laden meent wat hij zegt. En hen overtuigen zou enkel maar in het voordeel spelen van president Bush zelf, aangezien zijn oorlogsdaden enkel maar mogelijk worden gemaakt door de angst die hij onder het Amerikaanse volk wist te creëren door zijn eigen mediacampagne.
Gadahn is volgens mij een goed bewijs van het feit dat al-Qaeda de Verenigde Staten nog lang niet uit het oog verloren heeft en er actief werk van maakt psychologische terreur onder de Amerikaanse bevolking te zaaien. Één van de doelstellingen van terroristische aanvallen is immers in te werken op de angstgevoelens van een bevolking om er zo voor te zorgen dat de ultieme wensen van de terreurbeweging gerealiseerd worden. Om angstgevoelens te vergroten blijkt ook het dreigen met geweld zeer effectief te zijn, zolang deze bedreigingen af en toe waargemaakt worden door een echte aanslag. Aangezien de beelden van 11 september voorgoed in het collectieve geheugen van de Amerikaanse bevolking geschroeid zijn denk ik dat de bedreiging die uitgaat van de mediaoffensieven van al-Qaeda meer dan een verstikkend effect kan hebben op de Amerikaanse bevolking.

Het gevaar van deze wederzijdse mediacampagnes schuilt hem erin dat er een dynamiek van haat op gang wordt gebracht. Zij die van een kritische geest zijn voorzien kunnen zich hieraan onttrekken maar het leeuwendeel van de wereldbevolking neemt klakkeloos over wat de media hen voorschotelt. De haatgevoelens die door de Amerikaanse regering en al-Qaeda worden opgeroepen zouden wel eens aanleiding kunnen geven tot een echte ‘clash of civilizations’.

Door Arne Daniëls


Bronnen:

Escobar, P. (21 mei 2005), “The US’s gift to al-Qaeda”, Asian Times Online.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.atimes.com/atimes/Middle_East/GE21Ak04.html

Scheuer, M. (7 juni 2007), “Al-Qaeda’s American-style message”, Asian Times Online.
Laatst geraadpleegd op 30 december 2007 op:
http://www.atimes.com/atimes/Middle_East/IF07Ak01.html

Geen opmerkingen: